9. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN. 791 Tactiek. Over welke soorten pantserafweerwiapens behoort een modern leger te beschikken? Een onbekende S. eischt in Mavors van Jan.-Febr. '38 voor bescherming der inf. in voorste lijn, bij de sectie inf. een 20 mm zelflaadgeweer en (bij het bat een 20 mm machinekanon, terwijl de reg.cdt. over een reserve van wapens met grootere uitwerking moet kunnen beschikken, waarvoor- geschut van 3,7 tot 5.7 cm noodig wordt geacht. Ook de hoogere cdt. moet over een dergelijke afdeeling beschikken en bovendien over eemg geschut van 10 cm tegen de zwaarste vewn. met pantsers van 50 mm. Voor ae beveiliging van marcheerende colonnes moet het geschut tijdens den marsc vuurbereid zijn. S. stelt zijn eischen nogal hoog. Met een zelflaadgeweer (tankbuks) bij de sie.inf. stemmen wij geheel in een indeelmg van 20 mm geschut bij het bat. en zwaarder geschut (volgens S. 3,7 tot 5,7 cm) bij het reg. is zeer zeker gunstig, maar meestal zal men wel om financieele redenen genoegen moeten nemen met 9 a 12 stukken bij het regiment. Wat de kalibers betreft is S. aan den veiligen kant5,7 cm geschut bij het reg. en de div. en enkele 10 cm bij de laatstgenoemde onderdeden tegen vewn. met een pantser van 50 mm, gaat uit boven hetgeen wij als maximum zouden wenschen. Wat de vuurbereidheid tijdens den marsch betreft zij aangeteekend, dat zulks ook n.o.m. zeer veel voordeelen biedt, doch dat v.z.v. ons bekend, een goede „Selbstfahrlafette" nog niet is geconstrueerd. Veel is echter te bereiken door de stukken snel naar voren te verplaatsen (bijv. tot ter hoogte van de bev. cav.), alwaar stelling wordt genomen om aldus in stelling staande de colonne te beveiligen. Overigens beveelt de S. nog zonder het woord te noemen den pantserjager aan en verwijst daartoe naar den R. open, vew. met een kanon van 7,5 cm en een Zweedschen vew. met een 20 mm machinekanon Madsen. Pantserafweerwapens. In hetzelfde nummer van Mavors bespreekt „v.d.W." de pogingen om te geraken tot een eenheidswapen, nl. de combinaties pag.-ld.gs. en pag.- inf.gs. Hoewel het 20 mm kanon een voorbeeld is van de combinatie pag.- ld.gs. Komt S. tot de o.i. eenige juiste conclusie, dat zulks geen besparing aan wapens geeft, daar of alleen tegen paun. en vewn. of alleen tegen luchtdoelen kan worden opgetreden. Men kan dus wel hetzelfde wapen gebruiken, maar afzonderlijke organisaties voor de pantserbestnjdmg en voor de luchtdoelbestrijding zijn noodig. Organisatie l e g e r c av al e r i e. Een onbekende S. brengt in M.W. Mei 1938, nr. 48 naar voren, dat daar cavalerie alleen nog noodig is omdat er terreinen zijn, waar de gemo toriseerde snelle divn. niet kunnen optreden bij cavalerieeenheden dan ook geen enkel motorvoertuig mag worden ingedeeld, uitgezonderd pag. en paun., welke wel tot een cav.eenheid moeten behooren, doch kunnen worden achtergelaten, wanneer in werkelijk „cav.terrein" moet worden opgetreden, waar ook geen vij. gemot, krachten zijn te verwachten. Mag vorenvermelde stelling juist zijn voor grootere verbanden, optredende in „cav.terreinen van groote uitgestrektheid, voor onze cav., welke nooit zoo heel ver van de wegen zal optreden en tegen het invallen van de duisternis meestal weer wordt aangetrokken, bestaan tegen indeeling van enkele motorvoer tuigen n.o.m. geen bezwaren. Pantserafweer plan. Evenals voor den afweer van den vij. inf.aanval op een stelling, door den verdediger een vuurplan wordt vastgesteld, moet voor den pantser-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 79