worden wanneer het reeds op betrekkelijk korten afstand van het object is gekomen. Om het vuur te kunnen openen op een afstand van 10 km zou het doel reeds op een afstand van 12 a 13 km gezien moeten worden, wat tot de onmogelijkheden behoort. Daarbij komt, dat het schieten op een dergelijk grooten afstand zooals we reeds aangaven, gelijk staat met munitieverspilling. Bij de ld. artillerie wordt niet ingeschoten. Het vuur wordt zoo volledig mogelijk voorbereid en de schietgegevens moeten ineens goed zijn. Voor het aanbrengen van correcties is geen tijd beschikbaar en bovendien kan men die niet bepalen, omdat het nu eenmaal niet mogelijk is de afwijkingen in de ruimte te beoordeelen. Behalve met de normale projectielspreiding, heeft men hier nog te maken met tal van andere factoren zooals fouten in de bepaling van de daginvloeden, doch in de eerste plaats fouten in het bepalen van den afstand (c.q. hoogte) en juist deze nemen snel in grootte toe, bij het grooter worden van den afstand. Al deze factoren maken het onmogelijk op de grootste afstanden een behoorlijk werkzaam vuur te brengen. Tot staving van deze op vatting moge o.a. dienen, dat men in Hongarije aanneemt, dat een brandtijd van de uurwerkbuizen van de projectielen van 20" voldoende is. Bij een kanon van 8 cm Bofors, waarvoor dergelijke buizen bestemd zijn, komt dit overeen met een dracht van onge veer 7200 m. (x) Blijkt uit het vorenstaande, dat de Id.artillerie het niet moet zoeken in de grootste afstanden, daaruit volgt mede, dat er gezocht moet worden naar een oplossing, welke het mogelijk maakt om op de kleinere afstanden een voldoende werkzaam vuur te brengen. Er zal dan in dat geval ook slechts gedurende korten tijd worden geschoten. Maar bij den korten bommenrun van de moderne bom menwerpers is er ook geen gelegenheid om anders te schieten. Nu moeten we uitgaan van een bepaalde aanname en we moeten vooral ervoor zorgen, dat deze niet te veel aan den optimistischen kant is. Het is niet met zekerheid te zeggen hoelang de bommenrun zal zijn en daarom is het o.i. beter om dezen run niet als uitgangs punt te nemen. We zullen van een ander standpunt uitgaan en wel, dat elk doel dat den afwerpkring nadert in ieder geval gedu rende een zekeren tijd onder een zoodanig geconcentreerd vuur moet liggen, dat er goede kans bestaat op afschieten. We zullen nu voor het volgende aannemen, dat deze tijd 30 sec. bedraagt. In dien tijd kunnen met een batterij van 10,5 ld. 24 schoten worden afgegeven en met een batterij van 8 cm ongeveer 48 schoten. We dienen echter te bedenken, dat déze schoten vallen op af standen, waarop een goed liggend vuur van een moderne ld. batterij vernietigend is. In den tijd van 30" wordt door het doel O O.i. is dit wel aan den lagen kant, wij geven aan een vluchttijd van ongeveer 30" de voorkeur. 723

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 7