797 terwijl hij bij toevoeging van de art. slechts zijn wenschen heeft kenbaar te maken aan den voor de juiste uitvoering verantwoordelijken artillerist. Bij dezen zal voorts niet de neiging bestaan, de bijn. desnoods in sien. op te lossen - hetgeen S. voor de inf.bijn. normaal acht - hij zal er daarentegen naar streven, de afd. als vuureenheid te handhaven waardoor de art. niet slechts een moreele, doch ook een vernietigende werking uitoefent. Wat de inf.bijn. betreft, „Ihre eventuelle Vermehrung hat nichts mit der Artil- lerie-abteilung und ihrem Einsatz zu tundie Zielen sind die gleichen, die Wege ganz verschieden". Een ieder is thans overtuigd van de noodzaak van grondige beoefening van de samenwerking aan de wijze waarop zulks dient te geschieden man keert ook in D. nog veel volgens luit.-kol. Schlieper in Zusammenarbeit von Inf. und Art. im Standort und bei Übungen (A.R. 4). S. geeft dienaan gaande enkele wenken waarvan wij noemenondanks daaraan verbonden kosten dienen in oorlogstijd op elkaar aangewezen inf.- en art.eenheden in eenzelfde garnizoen te liggen de daartoe behoorende officieren moeten veelvuldig samenkomen bij kaderoefeningen (zoowel op de kaart als in het terrein), troepen- en schietoefeningen, zoowel van de art. als van de zw. inf. wapens en daarbij worden belast met het co. over een onderdeel van het zusterwapen. Bij oefeningen in het terrein dient de „liaison par le bas", vooral in voorste lijn, voortdurend en streng te worden gecontroleerd door uit offn. van beide wapens samengestelde hulpleidergroepen de „liaison par le haut" staat afdoende onder controle van den leider der oefeningen. Blijkens het hiervoor onder Tactisch gebruik behandelde artikel van gnl. Marx voelt deze niet veel voor het geheel op elkaar inspelen van regn. inf. en afdn. art.zijn voornaamste bezwaar is, dat na mobilisatie als regel blijkt, dat met andere eenheden moet worden samengewerktmen moet dan ook geen „locaal" doch algemeen elkaar begrijpen nastreven, hetgeen volgens S. valt te bereiken door telkens met andere eenheden samen te werken. Materieel. Hoewel het gebruik van de voortdrijvende werking der buskruitgassen nog steeds het grondbeginsel vormt van alle schietwapenconstructies, is, met name sedert het midden der 19e eeuw, meermalen getracht, andere energiebronnen te benutten. Historische overzichten van enkele ontwerpen, welke grootendeels het stadium der theoretische beschouwingen niet over leefden, zijn aan te treffen in Les canons étranges (R. d'Art., Mrt.kap. Duvignac), en Bestrebungen zur W eiterentwicklung im Geschützbau (Wewa, April) naast eenige „canons fantaissistes" worden o.m. beschreven een stoom-, luchtdruk-, turbo- en electrisch kanon. Laatstgenoemd artikel wijst voorts nog op raketten- en draadloos bestuurde projn. en de „doodende straal" het waarschuwt er voor, dat men, hoewel deze vindingen het expe- rimenteele stadium nog niet hebben verlaten, goed zal doen, de vorderingen der techniek met aandacht te volgen daar niets zal worden nagelaten, den tegenstander ook technisch te verrassen. Verkenning en waarneming. Belangstellenden in de gebruiksmogelijkheden van den geluidmeetdienst wordt gewezen op de polemiek in 1VT.W. 28 (gnl. MarxKlarung) en M.W. 42 (luit.-kol. Konitzky Versagt im Groszkampf die Aufklarung durch das SchallmeszverfahrenGnl. Marx beantwoordt de door zijn tegenstander in den titel van diens artikel gestelde vraag in bevestigenden zin nogmaals in zijn hiervoor behandelde beschouwingen over Artillerie im Begegnungs- gefecht in M.M. 47. Luitenant Geyer geeft in Die Nachrichtenverbindungen zwischen schieszen- der Artillerie und Lichtmeszbatterie (A.R. 5) aan de hand van eenige

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 85