807 van de „Sumatra" echter door de „Java" vervangen zal worden. Voorts bevinden zich in Indië 8 torpedojagers en circa 20 onderzeebooten, zoodat S. het tekort van het materieel van de zeegaande vloot in Indië becijfert op 2 kruisers, 8 torpedojagers en ca. 4 onderzeebooten. Wanneer men nu bedenkt, dat een voorziening in dit tekort, zeer globaal geraamd, rond 120 millioen gulden zal bedragen, voor welk bedrag men inclusief grondorganisatie en bommenuitrusting rond 300 landbommenwerpers kan aanschaffen, welker inbedrijfstelling bovendien in aanmerkelijk korteren tijd zal kunnen worden verwezenlijkt dan evenbedoelde vlootaanvulling, dan is het stellen van de vraag met welk soort machtsmiddel de Indische defensie, gelet op de huidige ontwikkeling der internationale politieke verhoudingen, wel het meest gediend zal zijn, o.i. volkomen begrijpelijk. Wij voor ons meenen aan de aanschaffing van een dergelijke groote macht van land- bommenwerpers een grootere zoowel preventieve als repressieve waarde te moeten toekennen dan aan de door S. voorgestelde vlootaanvulling. v. G. Intendance. Proeven met nieuwe uniformen Engelsch Leger. In het Militair Wochenblatt dd. 1 April 1938 is een bericht overgenomen uit de „Times" van 2 Febr. 1938 handelende over proefnemingen welke gehouden zijn met uniformen, i.v.m. de ver doorgevoerde mechaniseering, zoowel bij de wapens als bij het transportwezen. Reeds in 1933/'34 werd een proef genomen met uniformen, die voldoen aan eischen welke moeten worden gesteld aan kleeding voor het motor- personeel. Deze uniform bestaat uit een jas overeenkomende met het model van de bij het N.-I. Leger in gebruik zijnde grijsgroene jas, met een lagen dub belen opstaanden kraag. De broek is van het bij de Ski-sport gebruikelijke model; het ondereinde van de broekspijpen wordt door een soort lage, van stof vervaardigde beenkappen afgesloten. Deze proefkleeding was vervaardigd van serge-stof, welke bij het gebruik te warm bleek te zijn. Thans wordt vorenbedoeld model van een wel is waar dikkere stof gemaakt, nml. de z.g. „Denim-stof" doch deze is veel sterker dan serge, maar minder warm als gevolg van het toepassen van een ander weefsel en door gebruik van andere kleurstoffen. Bij deze uniform werd een zachte vilten hoed met smallen rand gedragen. De hoed kon gemakkelijk opgevouwen en in den zak opge borgen worden wanneer de stalen helm moest worden gebruikt. De uniform waarmede thans proeven worden gehouden, is van het model „overall" dat over het algemeen door monteurs wordt gedragen eveneens vervaardigd van „Denim-stof". De blouse is voorzien van een lagen dubbelen opstaanden kraag, welke zoowel open als gesloten kan worden gedragen. De voorsluiting geschiedt óf met knoopen, óf met een z.g. „ritssluiting". Bij deze uniform wordt een hoofddeksel gedragen overeenkomende met de bij het N.-I. Leger in gebruik zijnde bivakmuts, echter met een smallen lederen stormband. Over de uniform draagt het personeel het gebruikelijke riemenstel met patroontasschen. In de blouse en de broek zijn 8 zakken aan gebracht tot het opbergen van gereedschappen en persoonlijke uitrusting. Legerverpleging. J.R.U.S.I. bevat een artikel van de hand van Gnl. Noel Birch luidende „Tactical and administrative lessons of the War in Abessynia". Met betrekking tot de verpleging wordt gemeld, dat de verschillende instanties zoowel in Italië als bij de expeditionnaire troepen in Abessinië een groot initiatief aan den dag hebben gelegd, zonder hetwelk het niet mogelijk zou zijn geweest, om aan elke zich voordoende behoefte op verplegingsgebied te voldoen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 95