810
Militair Geneeskundige Dienst
„Sanitatsbericht über die Deutsche Reichsmarine für den Zeitraum von
1 Januar bis 31 Dezember 1934", samengesteld en uitgegeven door de Medi-
zinalabteilung van het Reichskriegsministerium te Berlijn.
Dit zeer belangwekkende verslag, een proeve van Duitsche „Gründlich-
keit", dat in zekeren zin vergeleken kan worden met ons „Statistisch over
zicht van de behandelde zieken der Koloniale Troepen" kan men moeilijk
in een kort referaat behoorlijk tot zijn recht doen komen. Slechts enkele
hoofdzaken, welke ons met het oog op de verhoudingen in Indië het meest
belangrijk voorkomen, zullen hieronder worden besproken.
De totale sterfte bij de Marine bedroeg gedurende het verslagjaar 2,44 °/oo
waarvan 1,71 na geneeskundig behandeld te zijn en 0,73 °/oo zonder genees
kundige behandeling. Voorts verliet 3,62 °/oo der totale sterkte door afkeuring
den dienst. De voornaamste redenen van afkeuring waren zielsziekten en
tuberculose.
Het constant dalende geslachtsziektecijfer, zoowel voor syphilis als voor
gonorrhoe en ulcus molle wordt toegeschreven aan de sinds eenige jaren
bij de Duitsche Marine verplicht gestelde persoonlijke prophylaxis. Opvallend
bleef in het verslagjaar, evenals in de twee voorafgaande jaren, het relatief
hooge cijfer voor gonorrhoereeidieven. Men schrijft dit voor een deel toe aan
foutieve opgaven door de lijders, die om de op het acquireeren van een
geslachtsziekte gestelde straf te ontloopen, vaak volhouden te lijden
aan een recidief, terwijl zij in werkelijkheid met een versche infectie
behept zijn. Van de totaal 4805 manschappen, die lege artis de per
soonlijke prophylaxis bij zich hadden uitgevoerd, werd 1,5 desondanks ziek.
Gebleken is, dat hoe spoediger na den verdachten bijslaap de bewerking
plaats heeft, des te effectiever zij is. Binnen het uur uitgevoerd, verleent zij
praetisch 100 bescherming, na 5 uur zijn de resultaten zeer twijfelachtig.
In plaats van de tot voor korten tijd gebruikelijke protargoloplossingen voor
piskanaalspoelingen, werd in het verslagjaar met succes gebruik gemaakt
van protargol- dan wel van 10 targesin-staafjes. Het ten onzent zoo
doelmatig gebleken tube-systeem, wordt bij de Duitsche Marine niet toegepast.
Voorts dient te worden vermeld, dat hoewel door enkele schepen tropische
havens (ook Nederlandsch-Indische) werden aangedaan, geen gevallen van
lymphogranuloma inguinale of venerisch granuloom zijn voorgekomen.
Malaria werd slechts 4 maal waargenomen, alle tertiana, waarvan 1 geval
van ent-malaria als therapie bij een gonococcencomplicatie. Wat de behan
deling dezer enkele malaria-gevallen betreft moet worden opgemerkt, dat
deze ongetwijfeld in de oogen van menig in de tropen werkenden arts met
zijn als regel veel grooter malaria-materiaal, zeker niet geheel VTij zal schij
nen van polypragma'tische smetten, immers er wordt gesproken van atebrin,
plasmochin en chinin, welke middelen afzonderlijk of in combinatie met
verschillende indicatiestelling werden toegepast, terwijl bovendien bij de
twee patiënten met recidief-malaria provocatie geschiedde door middel van
hoogtezonbestraling en „miltdouche".
Opvallend is verder, dat men bij de Duitsche Marine ter beoordeeling van
iemands algemeenen physieken toestand, zulks in tegenstelling met de in
'andere landen allengs veld winnende meening, dat men er niet al te veel
waarde aan mag toekennen, nog steeds bij de aanmonstering van nieuw
vlootpersoneel groote beteekenis schijnt te hechten aan de vitale long
capaciteit.
In het verslagjaar werden 3340 personen aan den spirometer onderzocht
met de volgende uitkomsten
3,5 4,0 1 428 man 12,82
4,0 4,5 1 1138 34,06%
4,5 5,0 1 1179 35,29
5,0 5,5 1 422 12,64%
5,5 6,0 1 140 4,20
6,0 7,0 1 33 0,99