917 knellende banden van dat van Neuilly, was het te Bied dat de Kleine Entente Hongarije's rechten erkende op gelijkheid en herbewapening, zulks in ruil voor het sluiten van een non-agressie verdrag. Daarmede is een einde gekomen aan de onschendbaarheid van het laatste der serie vredes verdragen, welke op den wereldoorlog volgde. Geheel vrijwillig is dit ook hier niet geschied Duitschland's opdringen langs den Donau en de houding van Hongarije inzake de Tsjechoslowaaksche minderhedenkwesties zullen niet vreemd zijn aan het vervullen van de door de Magyaren reeds zoo lang gekoesterde wenschen is het slechts een toevallige samenloop van omstandigheden, dat vorenbedoelde gebeurtenis samenviel met de grootste ontvangst van den rijksbestuurder, adm. Horthy, in Duitschland en gevolgd werd door Hitler's garantie van de Hongaarsche grenzen Hoe het zij, het zal voor Praag een teleurstelling zijn geweest, dat de Hongaarsche minderheid met de Sudeten-Duitschers het door de Tsjecho slowaaksche regeering ontworpen minderhedenstatuut verwierp. Gecompli ceerder is de situatie voor deze regeering nog geworden door het overlijden van Hlinka, den priester-aanvoerder der Slowaken, die eveneens luide autonomie eischen. Hoewel de laatste berichten weder een weinig hoop voller zijn getint, ziet het er niet naar uit, dat spoedig een oplossing zal worden gevonden voor den toekomstigen status van den nationaliteitenstaat alle hoop is nu gevestigd op den Engelschen bemiddelaar, Lord Runciman. Intusschen werd niet alleen door de Henleinisten doch ook van Duitsche zijde bij herhaling te kennen gegeven, dat het geduld zijn einde heeft de spanning nam dan ook eerder toe dan af. Weinig goeds droegen daartoe bij de van andere zijde als opgeblazen aangeduide berichten omtrent manoeuvres in Duitschland en Tjechoslowakije. Het is nog de vraag, of de bestaande spanning zal verminderen door de in de jongste berichten uit Praag aangekondigde belangrijke concessies aan de minderheden. Te Londen en Parijs hield men het hoofd koel. Minister Daladier lokte binnenslands eenige storm uit door zijn verklaring, dat het m.h.o. op de economische en militaire verdediging van Frankrijk niet mogelijk zou zijn, vast te houden aan de 40-urige werkweek hoewel deze storm een tweetal ministers meesleepte, schijnt zij reeds weder te zijn geluwd. Bij voorgaande internationale gebeurtenissen maakten de verschillende offensieven waartoe beide partijen in Spanje overgingen, weinig indruk, in het algemeen is ook nu weer generaal Franco in het voordeel. Meer aan dacht trok diens verklaring, slechts in terugzending van vrijwilligers te zullen toestemmen, indien hem belligerentenrechten zouden worden toege kend. Ook deze mededeeling werd te Londen en Parijs met berusting ontvangen. Was men wellicht reeds voorbereid op Mussolini's bekendmaking, welke aan alle illusies omtrent non-interventie een einde maakte, nml. dat Italië voornemens was, niet alleen wapens naar Spanje te zenden doch ook geregelde troepeneenheden ter aflossing van de vrijwillig derwaarts getrokken zwarthemden De oplossing van de Spaansche kwestie, welke zoo nabij leek, is hiermede voorloopig weder uitgesteld en daarmede de verbetering van de Engelsch-Italiaansche betrekkingen, om nog niet te spreken van die tusschen Frankrijk en Italië, waaromtrent de onderhande lingen nog steeds niet werden hervat. In de naaste toekomst bestaat hierop niet veel kijk het is begrijpelijk, dat Rome's houding, gelet op de Fransche belangen bij een veilige verbinding met N. Afrika, Parijs met zorgen vervult. Vermeldenswaard is nog de reis van den Poolschen minister president Beek naar de Baltische en Scandinaafsche rijken reeds eerder was er sprake van een door Warschau gepropageerd aaneensluiten van deze mogendheden, uiteraard onder Poolsche leiding. In Lithauen en Letland is men over een streven in deze richting niet geheel gerust, juist m.h.o. op Beck's geruststellende verklaring over den toestand in Danzig. Reeds deed het gerucht de ronde, dat Polen zou berusten in annexatie door Duitsch land van Danzig en Memel in ruil voor de Letlandsche Oostzeehaven Libau

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 106