hen een tocht langs het Westfront maakten en ten slotte den toestand wisten te herstellen. Begin 1920 keerde de jonge Faisal van zijn mislukten tocht naar London terug, juist op tijd om door zijn vader, die wel begreep dat de sympathie van het Foreign Office voorloopig op Hoesein gericht bleef, te worden belast met een actie tegen Asir. Hoesein, die er de voorkeur aan gaf om zelf de Wahabieten niet meer aan te vallen, was namelijk aan het stoken gegaan in de om de Nedsjd liggende landenbij Abdoelah ibn Mitab van Hail, bij Salim van Koeweit en bij Moehammad Ali ben Idrissi van Asir2). Zoodra Ibn Saoed vernam, dat de Imam van Asir voor een som van 25.000 had beloofd om de Wabieten te bestrijden, besloot hij hem voor te wezen. Daartoe bestemde hij een macht van 500 man onder bevel van zijn zoon Faisal. Men zie nu hoe deze 14-jarige jongeling, die zoo juist in London als een kind was behandeld, die operatie leidde. 3) In Juli 1920 zou Faisal afmarcheeren naar de op 1000 km van Riad verwijderde grens van Asir. Vóór den afmarsch liet Ibn Saoed de 500 mannen aantreden, zag hen een voor een in de oogen, en deelde hun daarop mede, dat Faisal, zijn oudste zoon, hen zou aanvoeren. Marcheeren zonder te worden waargenomen had Faisal van zijn vader geleerden in 30 dagmarschen bracht hij zijn kleine groep aan den vijand. Als een donderslag aan helderen hemel viel hij over de vijandelijke grensprovincie Ebha en nam er den Gouverneur gevangen. Daarna ging hij dwars door het heete kustland naar Geizan, waar hij in October een verdrag sloot met de Idrissi, die Ibn Saoed's protectoraat over Asir aan vaardden en hem de rijke grensprovincie afstonden. Begin 1921 kwam Faisal in Riad terug zonder één man van zijn macht te hebben verloren. 825 Deze lezing is van Rupert Donkan (a.v. bl. 146). Philby (a.v. blz. 273) die er zelf bij is geweest en dus wel vaag moet blijven, geeft het volgende verhaal, dat voor de geschiedenis van een zoo belangrijke missie door zijn kortheid des te welsprekender is „The young envoy for Faisal was not „more than fourteen years of age at this time and his cousin and political „adviser, Ahmad ibn Thunaian, created a favourable impression wherever „they went, and were themselves duly impressed with what they saw in „England and by the gaunt evidences of the War which they saw in the „course of a prolonged tour of the whole Western Front. Meanwhile the „Arabian situation remained quiescent". 2) Asir was het land, dat tusschen den Hedjaz en Jemen aan de Roode Zee is gelegen. Het is een rijk gebied, waar olie en bergzout worden gevon den de haven aan de Roode Zee is Geizan. Van beteekenis is vooral, dat het heerschende geslacht der Idrissi, de Emirs van Asir, de stichters heeft geleverd van de secte der Senoesi. Wij komen hierop later terug. 3) Faisal ibn Saoed's titel is thans Emir Saoed. Hij, de aangewezen opvolger van Abdoel Asis ibn Saoed, lijkt sprekend op zijn vader, heeft diens robuste gestalte, zijn kalmte en vastberadenheid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 14