Hoesein, wiens 30-jarige zoon Abdoelah met 5000 man bij Toeraba vernietigend was verslagen, was ziedend van toorn nu de 14-jarige zoon van Ibn Saoed met 500 man Asir had onder worpen. Zijn woedende telegrammen aan London werden echter vandaar niet meer beantwoord, omdat Engeland begon in te zien, dat Hoesein geen toekomst meer had. Men drukte dit uit door zijn maandelijksche toelage te verlagen tot 100.000, terwijl korten tijd later de toelage geheel werd ingetrokken. Ibn Saoed besloot nu om eens en voor al af te rekenen met Hail. Hij was zoo verstandig om te voren eerst de Entente- mogendheden te laten polsenen het bleek, dat Frankrijk geen bezwaren had, terwijl Engeland door stakingen in het moederland, opstand in Irak en Egypte, wel wat anders te doen had dan Ibn Saoed moeilijkheden in den weg te leggen. Met 3 machtige colonnes trok Ibn Saoed naar Hail. Op het hem dreigende gevaar trad Ibn Mitab al dadelijk af, en vestigde zich als „roi en exil" in Riad. In November 1921 was Hail in Saoedië opgenomen en grensde zijn gebied aan Irak en Transjordanië. Dat gaf al dadelijk de noodige moeilijkheden omdat de lands grenzen in Arabië niet behoorlijk vaststonden, en op zich zelf een landsgrens voor een woestijnbewoner een onbegrijpbare uitvinding is. Een van de Ichwan begon met rooftochten in Irak en midden 1922 werd een dergelijke tocht ondernomen naar Transjordanië, waarbij op de oud-vaderlandsche wijze werd gemoord en gebrand tot in de onmiddellijke omgeving van Amman, den zetel van Emir Abdoelah en van het Engelsche garnizoen. Grensconflicten met Irak behoefde men toenmaals niet al te ernstig op te vatten, maar heel iets anders was het om het „mandaatland" Transjordanië, dat het Engelsche imperium zoo na aan 't hart ligt, binnen te vallen. De Engelschen beantwoordden den inval dan ook prompt met een vernietigenden vliegeraanval, waarbij van de 5000 roovende Ichwan er slechts 8 ontkwamen. Het is duidelijk dat Ibn Saoed van den roofoverval niets kon weten, omdat hij een veel te verstandig man was om niet te begrijpen, dat moordpartijen in een door Engeland beheerd mandaatland onverbiddelijk en volkomen logisch tot represailles dwongen. Gelukkig wist hij Engeland te overtuigen, dat de aanval buiten zijn weten was uitgevoerd, en dat voorts de dood van 5000 Ichwan wel als afdoende bestraffing kon gelden. Waarop Engeland hem officieel erkende als den Heerscher over de Nedsjd, Hail en Hasa. Op dit kritieke tijdstip (einde 1923) werd Ibn Saoed door een zware bloedvergiftiging aangegrepen, welke hem op den rand van den dood bracht, en hem blind deed worden aan het linkeroog. 1) Van deze voormalige vrienden waren Rusland en Italië reeds afge vallen. 826

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 15