oordeelden Hoesein's daad sterk zij noemden hem een creatuur van Engeland, die daarom niet vrij stond en dus nimmer Kalief kon wezen. Ibn Saoed riep nu in Riad een Congres van Oelema's bijeen dat als zijn meening uitsprak „dat Hoesein het den pelgrims steeds moeilijker maakte door „hen uit te zuigen en te exploiteeren, waarvoor vele bewij zen werden openbaar gemaakt „en dat het derhalve de plicht van den Islam was om hier- „aan een einde te maken". Op deze wijze kreeg Ibn Saoed den moreelen steun van de 70 millioen Islamieten uit Britsch-Indië. Toen ten slotte Hoesein, die de dreiging voelde, Engeland nog beschuldigde van bedrog, verspeelde hij zijn eenige kans op reddingGroot-Brittannië ver klaarde nu dat het in den strijd om de Heilige Steden neutraal zou blij ven- Het krijgskundige gedeelte van de operatie tegen den Hedzjas verliep heel vlot Ibn Saoed's troepen trokken den Hedzjas binnen, versloegen Hoesein's macht, Hoesein trad daarop af als Koning ten behoeve van zijn oudsten zoon Ali, en vertrok met al zijn geld in October 1924 naar Dzjidda. Hier scheepte hij zich in op zijn jacht Rasmeitan en voer naar Akaba, waar hij opnieuw actie ging voeren tegen Ibn Saoed. Dat was evenwel zijn domste daad WantAkaba behoorde tot den Hedzjas, doch was tevens een der havenplaatsen, welke Engeland als zeer belangrijk voor de veiligheid van zijn bekende imperiale verbinding beschouwde. London, dat Hoesein uit den Hedzjas had laten verjagen, wilde hem daarna niet in Akaba hebben om van daar uit verder te intrigeeren. De Engelsche oplossing was even doeltreffend als willekeurig den 27 Mei 1925 verscheen H. M. Kruiser Cornflower voor Akaba (Let welgelegen in het vrije koninkrijk Hedzjas van Koning Alimet een brief van minister Sir Austin Chamberlain, welke als volgt luidde 1) 828 „Wij hebben bericht ontvangen, dat Soeltan Ibn Saoed een aanval „op Akaba voorbereidt, welke havenstad is gelegen op den weg naar „Transjordanië en derhalve naar het hart van de Nabije Oost voert. „Vermits Transjordanië onder Britsch Mandaat staat is de Britsche „Regeering verplicht, al het mogelijke te doen om vijandelijkheden „van zijn grenzen verwijderd te houden. „Zij verzoekt daarom aan den ex-Koning Hoesein om Akaba en „Ma'an onder Britsch mandaat te stellen en van den Hedzjas af te b NaarWolfgang von Weisl, Zwischen dem Teufel und dem Roten Meer. Leipzig Brockhaus Verlag. 1928.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 17