tot beslissen geroepen volksvertegenwoordigers raken de kluts
kwijt, ook doordien zij bemerken, dat de deskundigen eikaars
voorstellen meestal nog bestrijden.
Gelukkig liet de Regeering zich niet van haar stuk brengen
Zij gaat welbewust en thans ook voortvarend door met de
aanvulling en moderniseering van de verschillende onderdeelen
der bestaande Ned.-Indische weermacht, zoo goed als dat in Haar
vermogen ligt.
De zooeven bedoelde voorstellen gaan alle uit van de gedachte
dat, gezien het recente gebeuren in China, een veroverings-aanval
van de zijde van Japan op ons Ned.-Indië thans heelemaal niet
meer onmogelijk moet worden geacht en wij daarom den eersten
grondslag van de defensie zooals zoo straks beschreven, moeten
verlaten wij zullen onze weermacht ginder moeten gaan instellen
op de defensie van den geheelen archipel tegen een directe agres
sie, zonder te rekenen op mogelijke hulp van een derde.
Nu zou ik er allereerst eens op willen wijzen, dat de bestaande
grondslag van handhaving onzer neutraliteit óók geheel den
archipel betreft. Op de buitengewesten zal onze weermacht, d.w.z.
de marine plus de luchtmacht en het eventueel plaatselijk aan
wezige detachement van het leger optreden daar, waar gebeurlijk
onze neutraliteit daadwerkelijk zou worden geschonden. Een
aanval op Java zal, na voorafgaand optreden van marine en
luchtmacht bestreden worden door de landmacht. Met welk doel
zulk een schending van onze souvereine rechten zou geschieden:
het tijdelijk (bijv. in een conflict tusschen anderen) of voor goed
in bezit willen nemen van eenig ons toebehoorend object (ter
ritoir) in den archipel, doet niets terzake.
De nieuwe voorstellen willen eigenlijk niet veel meer, maar zij
willen meer middelen voor en spreken daarom van het zelfstandig
willen beheerschen der zee in geheel den archipel, of wel van
het willen veilig stellen van geheel Ned.-Indië door beheersching
van de wateren d.m.v. schepen en uit de lucht of met mijnen.
Sommigen achten het doel het best te verwezenlijken door het
„meesterschap in de lucht" en verwachten alles van de luchtmacht.
Ik moge hieronder eens eenige van die voorstellen uit den
laatsten tijd in het kort onder de aandacht brengen. Daaruit zal
dan naar ik meen blijken, dat bij de ontwerpers een zeker gebrek
aan kijk op de realiteit van ons kunnen bestaat, zoomede, dat
er al heel weinig overeenstemming is tusschen de verschillende
denkbeelden.
In de eerste plaats wil ik herinneren aan een voordracht van
den Luit. ter Zee le kl. (thans Kapitein Luitenant ter Zee) de
Ronde, waarin de spreker „het betwisten van de heerschappij
ter zee" zoowel als het c.q. „uitoefenen van die heerschappij"
836