tegenstelling in de meeningen bij land- en zeemacht allesbehalve wees op harmonie De eerste inleider betoogde de noodzakelijkheid, om het zwaar tepunt der defensie van Ned.-Indië te leggen bij de belangrijk te versterken luchtmacht van de landmachtdeze zware bommen werpers met hun zoo grooten actie-radius zouden hun vernieti gende werking tegen pogingen van een vijand om ergens vasten voet te krijgen, kunnen doen gelden tot aan de uiterste grenzen van den archipel. Indien bijv. een invaller zich op Nieuw-Guinea een basis zou willen scheppen, zou dat in den aanvang al kunnen worden gestopt door actie van onze zware vliegtuigen. De marine- luchtvloot werd daarvoor minder geschikt en minder efficiënt geoordeeld en de marine zelf zou dus voor de beheersching van den archipel een secundaire rol krijgen. Had de inleider zich nu maar van deze laatste uitspraken onthou den en in de plaats daarvan gesproken van samenwerking met de marine, dan had hij zich heel wat bespaard. Want nu kwamen eenige Marine-officieren niet bepaald vriendelijk tegen den inlei der op, om te bewijzen, dat de bommenwerpers van de luchtmacht nog de kunst van het werpen volstrekt niet verstonden, terwijl die van de marine reeds een tiental jaren aan oefening en ervaring hebben en dat overigens en dat was wel het voornaamste de luchtmacht zonder de medewerking van, of beter gezegd, zonder harmonische samenwerking met de schepen, nooit afdoende resultaten kan bereiken. Deze tegenstelling was daarom te betreuren, wijl zij den ouden strijd van de supprematie van land- of zeemacht bij de defensie weer demonstreerde en aanwakkerde, terwijl het toch eigenlijk zoo voor de hand ligt, dat beide met hunne luchtmachten in samenwerking met elkaar hunne taken zullen hebben te vervullen. Het tweede gedeelte van de inleiding in genoemde vergadering liet een ander gebrek aan harmonie zien. Een kapitein van den Generalen Staf van het Kon. Ned.-Indische Leger bepleitte een nieuwe organisatie voor dat leger, waarna zijn collega-leeraar aan de Hoogere Krijgschool kwam vertellen, het niet met hem eens te zijn. Wat echter niet opgemerkt werd was, dat de inleider zich van de enorme financieele consequenties van zijn plan wel heel gemakkelijk had afgemaakt en zijn nieuwe legerstelsel een uit voering van zeer, zeer langen adem zou vereischen. Een organi satie-voorstel als van dien spreker, ontworpen achter de schrijf tafel, moge theoretisch een knap stuk werk zijn, voor de practijk is het a priori onuitvoerbaar te noemen, wijl het niet voldoende rekening houdt met wat al bestaat en met de middelen, die voors hands beschikbaar zullen zijn. 840

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 29