luchtvaarttechniek ontleenen de landmachtbommenwerpers hun
toegenomen en nog steeds toenemende beteekenis voor ons defen-
siegeval. Dat het optreden van bovenwaterstrijdkrachten in
binnenzeeën althans overdag door vijandelijke luchtstrijdkrachten
in hooge mate kan worden beperkt, staat evenzeer vast, evenals
het feit, dat de wateren in onzen archipel voor onze militaire
luchtvaart als binnenzeeën mogen worden aangemerkt. Dat de
luchtstrijdkrachten van het leger wat geoefendheid in het bom
bardement en de navigatie betreft bij die van den Marinelucht
vaartdienst ten achter zouden zijn, is een na de voordracht-Mantel
door een debater geuite gratuite bewering, welke in strijd is met
de feiten.
4. Instemmen kunnen wij met de door schrijver gepropageerde
samenwerking van de onderdeelen der weermacht. Deze samen
werking is noodzakelijk. Met het oog op een zoo hoog mogelijke
paraatheid dienen Leger en Marine gezamenlijk te oefenen maar
op reëele basis dus „kustverdediging in ruimen zin" en
met een dienovereenkomstige organisatie dus „een krachtige
offensieve luchtmacht van legerbommenwerpers met zeevlieg
tuigen voor de verkenning op grooten afstand alsmede een vloot
(volgens vlootplan Deckers) met bijbehoorende ship-based lucht
strijdkrachten en krachtige bezetting door het leger van die
gedeelten van ons territoir, welke door een vijand het meest
begeerd worden (het gevaarlijkst zijn x)
Vooral aan de samenwerking tusschen de tot de Marine behoo-
rende verkenningsorganen en de luchtmacht dient aandacht te
worden besteed, zoomede aan de beoefening van het luchtbom
bardement op varende schepen. Wij meenen te weten, dat in
deze richting reeds ernstig wordt gearbeid. 2)
5. 's Schrijvers afkeuring over de vertrouwenondermijnende
afbrekende critiek is ons uit het hart gegrepen. Men bedenke niet
alleen, dat een achterstand in de weerkracht niet in een hand
omdraaien kan worden ingehaald, doch mede dat met alle kracht
aan de verhooging van de weerkracht wordt gewerkt en wel
845
1) Hieronder te rekenen de vlootsteunpunten en luchtbases.
Zie ook 3 der M.v.A. op het afd. verslag betr. de Marinebegrooting
1939 (V.R. Zittingsjaar 1938-1939 Ond. 1 Afd. IX stuk 7) waarin
gezegd wordt
Aan een goede verstandhouding en een nauw contact tusschen Marine
en Leger hecht ook de Regeering de grootste waarde Zij weet dat ook bij
de leiding van Leger en Vloot deze gedachte leeft. Onderlinge gedachten-
wisseling, over en weer bijwonen van oefeningen en dergelijke vinden gere
geld plaats, zoodat reeds in de door verscheidene leden van den Volksraad
bepleite richting wordt gewerkt. Voor detacheeringen van langeren duur is
echter bij de Koninklijke Marine geen personeel beschikbaar.