examen of eindbeoordeeling bloot te stellen en dat de toeloop tot den I.C. nog meer verminderde. In 1900 was de toestand zoo, dat de Hoofdintendant bij zijn aftreden meende te moeten wijzen Natuurlijk werden maatregelen voorgesteld, om hierin verbe tering te brengen, maar men is toen toch nog niet overgegaan tot toepassing van het afdoende middel „recruteering van de intendanten uitsluitend uit H.K.S.-abitu- „riënten en daartoe eventueel (afgestudeerde) eerste luitenants „bij keuze tot kapitein te bevorderen". De taak van het dienstvak der Militaire Administratie werd intusschen hoe langer hoe omvangrijker. In de eerste plaats werden de materieele behoeften van den soldaat geleidelijk opge voerd, hetgeen zoowel in de geldelijk-administratieve richting, als in die der materieele voorzieningen tot uiting kwam, doordat de werkzaamheden werden uitgebreid en steeds hooger eischen werden gesteld aan het met de leiding en de uitvoering belaste personeel. In de tweede plaats begon allengs de binnenlandsche productie een stijgende lijn te vertoonen, in dier voege, dat tal van legerbehoeftenwelke eerst kant en klaar uit het moederland werden betrokken, later in Indië zelf konden worden voortge bracht. Dit gaf ook op Intendance-gebied aanleiding tot uitbreiding van werkzaamheden, terwijl meer en meer een beroep moest worden gedaan op de commercieele en technische bekwaamheden van de militaire intendanten. In de derde plaats wijzigden zich ook de machtsverhoudingen in het Oosten en begon men meer en meer rekening te houden met een eventueel optreden tegen een buitenlandschen vijand. Dat bij een dergelijk optreden ook de methoden van legerverpleging geheel anders moesten zijn, dan bij de tot dusverre ondernomen expedities tegen den Inlandschen vijand, werd echter nog maar door een enkeling onderkend. Het ontwerpen, voorbereiden en organiseeren van de verpleging te velde bij een oorlog tegen een buitenlandschen vijand zou een geheel nieuw arbeidsveld voor het toenmalige korps intendanten openen. Als gevolg van dit uitgroeien van de taak der Militaire Admi nistratie en vooral van den steeds meer uiteenloopenden aard der werkzaamheden, werd het voortdurend moeilijker voor een 853 „op de dringende behoefte aan verbetering van het gehalte der „intendanten, waarvan een groot aantal geen gebruik had gemaakt „van de speciale opleiding, welke daarvoor sinds het jaar 1881 bij de „Krijgsschool in Nederland bestaat. „Volgens dien dienstchef schoten deze officieren door hun gemis „van de noodige kennis in de uitoefening van hunnen dienst tekort „en waren zij, in verband met de hooge eischen, welke in de laatste „jaren aan de legerverpleging worden gesteld, behoudens eene enkele „uitzondering, niet tegen die taak opgewassen".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 42