Ten slotte waren er schrijvers, die veel heil verwachtten van
een zoodanige reorganisatie, dat het ook voor troepenofficieren
aanlokkelijk zou worden bij het korps intendanten over te gaan.
Intusschen kwam in 1895 een gedeeltelijke scheiding tot stand
tusschen intendance en administratie bij het N e der lands che leger,
welke in 1905 nog verder werd doorgevoerd.
Ten einde de intendanten bij den gewestelijken dienst eenigs-
zins te ontlasten van administratief werk, was in Indië in 1893
het onderzoek van de geldelijke afrekeningen reeds van de gewes
telijke intendances overgebracht naar het hoofdbureau. In 1899
werden op 5 kantoren van den gewestelijken dienst zgn. „offi
cieren voor de comptabiliteit" ingedeeld, die onder verant
woordelijkheid van den gewestelijken intendant met de leiding
van den „administratieven" dienst in het gewest werden belast.
En hiermede was eigenlijk de eerste schrede gezet op den weg,
die naar een splitsing van het dienstvak der militaire administratie
moest voeren, want nu kon ook op de gewestelijke bureaux een
scheiding van werkzaamheden worden ingevoerd, die zich a.h.w.
vanzelf aandiende. Er ontstond nu geleidelijk een toestand, waarbij
zoowel op het hoofdbureau, als bij den gewestelijken dienst een
duidelijk onderscheid viel waar te nemen tusschen „intendance-"
en „militaire administratie-" werk.
De eerste bewerking van de onderwerpen op beiderlei gebied
geschiedde dan ook veelal door personeel, dat zich, hetzij in de
eene, hetzij in de andere richting gespecialiseerd had. De eenige
verbinding tusschen beide arbeidscomplexen werd eigenlijk nog
slechts gevormd door den Hoofdintendant op het hoofdbureau
en de gewestelijke intendanten bij den gewestelijken dienst, maar
het spreekt vanzelf, dat het voor deze functionarissen steeds
moeilijker werd, om het geheel te blijven overzien en beheer-
schen. Moge het achteraf gemakkelijk zijn, om hieraan de juiste
consequenties te verbinden, men dient groote waardeer'ing te
hebben voor hen, die tenslotte dezen toestand hebben onderkend
en voorstellen hebben ingediend, om het in feite reeds in twee
geheel van elkaar verschillende deelen uiteengevallen dienstvak
der militaire administratie dienovereenkomstig te splitsen en aldus
aan elk deel met zijn eigen personeel verder een onbelemmerden
groei te verzekeren.
Het is de Generaal van Daalen geweest, die op 12 October 1911
het voorstel indiende, om den eigenlijken dienst der Intendance
t.w. de legerverpleging van het dienstvak der Militaire
Administratie af te scheiden en een nieuw dienstvak, nml. dat
der Intendance, als afzonderlijk en zelfstandig orgaan van het
N.-I. Leger in het leven te roepen, aan welk dienstvak dan de
legerverpleging in vollen omvang zou worden toevertrouwd.
Aangezien wij de toestemming van Zijne Excellentie den
856