882 de daar aanwezige hulpbronnen de beschikking krijgt. Vroeger heb ik reeds uiteengezet, dat onze oliehavens op Borneo uit dien hoofde ernstig gevaar zouden loopen, dat de vijandelijke actie daartegen gericht wordt, maar sinds de verdediging van die plaatsen belangrijk is opgevoerd, werd het gevaar veel minder. Op welk punt de aanval gericht zal worden, of dat aan den omtrek van ons gebied, dan wel dichter bij Java gelegen zal zijn, dit is in elk geval zeker, dat de vijandelijke vlcot er goede ligplaats moet kunnen vinden, vliegvelden kunnen worden aangelegd, voorraden opgestapeld en een goede verdediging met geschut aan den wal kan worden ingericht. De in te richten vijandelijke operatiebasis moet dus aan zee gelegen zijn en het gebied van kleinere of grootere afmetingen waarin die zich bevindt, zal derhalve groote overeenkomst hebben met het Spaansche regeeringsgebied waarin Madrid, Valencia, Alicante en Almeria gelegen zijn. De lezer, die mijn artikelen in dit blad over de defensie van Indië gevolgd heeft, weet, dat het pleidooi voor een krachtige slagluchtmacht van landbommenwerpers vooral ten doel had, over een krachtig en binnen ons financieel bereik vallend verdedigingsmiddel te beschikken dat tegen eiken vijandelijken aanval op ons gebied, waar die ook zcu geschieden, kon worden ingezet en den aanvaller zulke zware ver liezen zou toebrengen dat hij zijn actie zou moeten opgeven. Bij de veidediging van Indië is het keeren van een rechtstreekschen aanval op ons gebied al meer en meer op den voorgrond getreden en met de mogelijkheid van een z.g. strategischen overval, gericht op het vestigen van een operatiebasis, houdt men zeer ernstig rekening. Daarbij zijn gevallen denkbaar, dat de vijandelijke bedoelingen eerst dan zullen blijken, wanneer vreemde schepen zich binnen onze kust wateren begeven, zocdat eerder optreden van de zeegaande vloot uitgesloten is. Tegen de bezetting van ons grondgebied zal deze dan mets kunnen uitrichten, samengesteld als zij is uit enkele lichte kruisers, jagers en onderzeebooten. Vorige week heeft het jubileum van de Luchtvaart-afdeelir.g te Soesterberg plaats gevonden en daarbij heeft men in een groot deel van ons land getuige kunnen zijn van een gezamenlijke rondvlucht van met minder dan 57 landvliegtuigen van klein type. Maar laat men zich nu eens indenken, wat verricht kan worden, als een even groot, ja nog grooter aantal machtige landbommenwerpers, zooals het Koninklijke Nederlandsch-Indische Leger die thans in zijn Glenn Martin toestellen bezit, waarbij elk toestel een lading aan bommen van 10 0 0 tot 15 0 0 kg kan meevoeren, een aanval op de vijandelijke vloot onderneemt, waarvan zij weet, waar die zich precies ophoudt en die aanval onder voor ons wel zeer gunstige omstandigheden kan geschieden. Immers die vijandelijke macht moet in een beperkte ruimte, baai of reede, worden saamgebracht om de landingscperatiën uit te voeren. Afweergeschut tegen vliegtuigen zal nog niet aan den wal zijn opgesteld, vliegvelden zullen nog niet gereed zijn en een actieve luchtverdediging, waaronder men dan verstaan moet een groot aantal jachtvliegtuigen om de bommenwerpers in de lucht aan te vallen nog vcor zij hun bommenlast kunnen werpen, zal zeer moeilijk te verwezenlijken zijn. De groote les, die voor ons te t r e k ken valt, uit hetgeen men in Spanje ziet gebeuren voor zoover het luchtaanvallen over zee ophavens aan de Spaansche Oostkust be- 1r h is dat die aanvallen doorgaans succes hebben en de uitwerking daarvan zeer groot is. Waaraan is dat toe te schrijven en waarom is de actieve lucht verdediging niet in staat die aanvallen tijdig af te weren Welhaast uitsluitend daaraan, dat de vliegaanval van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 71