883 over zee te laat verkend wordt om de vliegtuigen der jachtverdediging bijtijds in gunstige aan valspositie te kunnen brengen. In een voordracht, destijds voer de Vereeniging voor Nationale Veiligheid te Utrecht gehouden, heeft de Inspecteur van den Militairen Luchtvaartdienst, Luitenant-Generaal Raaymakers, dit onderwerp behandeld en hij kwam daarbij tot de conclusie, dat alleen een ver vooruit geschoven luchtwaarschuwingsdienst het mogelijk zou maken de jachtvliegtuigen tot afweer van een vliegaar.val bijtijds op de gcede hoogte in de lucht te hebben ter bestrijding van den vijand. Het is nu eenmaal ondcenlijk om steeds een voldoende macht van jachtvliegtuigen voortdurend in de lucht te houden. Deze kunnen slechts enkele uren achtereen in de lucht blijven en een groot aantal vliegtuigen zou noodig zijn, dat op die wijze spoedig zou zijn verbruikt. Luchtwachtposten zijn dus noodig om tijdig de nadering van een vliegaanval te melden, die in een kring met een straal van 150 km van de te beschermen haven of baai moeten worden opgesteld zoo mogelijk met een onderlinge tusschenruimte van hoogstens 20 km. Een luchtwachtdienst ter beveiliging van een haven als b.v. Soerabaia zou ongeveer 20 luchtwaohtpcsten in zee vereischen, die behalve van radio-installaties ook van voldoende bewapening moeten zijn voorzien, om een bovenwater aanval te kunnen afweren en daardoor niet ver dreven of vernietigd te worden. Men kan dus nagaan hoeveel materiaal daarvoor noodig is Het ontbreken van die ver vooruit geschoven luchtwachtposten bij de Spaansche regeeringshavens, die maar al te spoedig door Franco's zeestrijdkrachten zouden zijn opgeruimd, maakte nu, dat de actieve luchtverdediging altijd te laat moest komen, cmdat de luchtaanval van over zee nu veel te kort vóór het werpen van de bommen verkend werd, om het meest effectieve verdedigingsmiddel daartegen te kunnen aanwenden. De jachtvliegtuigen hadden te weinig tijd beschikbaar voor het starten en het bereiken van de gevechtshoogte van 4500 meters of hooger, waarmede toch minstens 15 minuten gemoeid zijn, in welken tijd een moderne bommenwerper een 75 km aflegt. Alleen het luchtafweergeschut kon dus daartegen optreden, maar in verband met de groote hoogte waarop de lucht aanval doorgaans geschiedt en de snelheid der bommenwerpers, was de uitwerking daarvan niet groot. Zoo zal het den lezer hopenlijk eenigszins duidelijk geworden zijn, waarom de regeeringshavens op Spanje's Oostkust in zoo ernstige mate van luchtaanvallen van over zee te lijden hebben gehad en hoe uiterst moeilijk een verdediging daartegen is. Die moeilijkheden zullen zeker niet minder zijn voor een vijand, die eenig punt van ons gebied buiten Java wil bezetten om aldaar een operatiebasis te vestigen, vooral in den eersten tijd, wanneer alles voor de verdediging aan den wal nog meet worden ingericht. Zoolang hij niet over vliegvelden kan beschikken, vanwaar zijn jacht vliegtuigen voor de actieve luchtverdediging kunnen opstijgen, zullen vliegtuigmoederschepen als startplaats moeten dienen en als men eenigszins weet, hoe verbazend kwetsbaar juist die schepen voor bomaanvallen zijn om van andere bezwaren niet te spreken dan moet men wel inzien, welk een krachtig en doeltreffend ver dedigingsmiddel een offensieve luchtmacht van machtige landbommen- werpers voor Nederlandsch-Indië is. Zijn onze basisvliegvelden goed gekozen, dan zal vanaf één, meestal zelfs vanuit twee dier velden de aanval op den vijand worden ingezet. Na dien aanval keeren de bomenwerpers naar hun basis terug om den brandstof- en bommenvoorraad aan te vullen en zoo zullen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 72