885 zooveel schade berokkenden, worden dan tot voorbeeld genomen, maar wijselijk verzwijgt men, dat het met hun hooge sprongen gedaan was, zoodra men wist, waar zij zich bevonden en zij dcor een over machtig tegenstander tot zinken konden worden gebracht. De voorstanders der maritieme defensie gaan nog verder en ver kondigen, dat het zeer onwaarschijnlijk is, dat een vijand langdurig met zware schepen in of nabij onzen Archipel zal ageeren, zoodat onze lichte kruisers derhalve wel de heersdhappij ter zee kunnen bevechten. Een dergelijke onderstelling, schertsenderwijze wel het argu ment van den dommen vijand genoemd die er van uitgaat, dat een aanvaller juist datgene zou doen, wat bijzonder in ons verdedigingsstelsel past, is wel zeer gevaarlijk, maar men moest die wel gebruiken, om de gedachte vlootactie mogelijk te maken. De ervaring van den wereldoorlog heeft zeer duidelijk aangetoond, dat oppermacht ter zee een noodzakelijk vereischte is, om den handel van den tegenstander lam te leggen. Door de Britsche suprematie ter zee was de handel der centrale mogendheden ter zee onmogelijk behalve in de Oostzee, waar de Duitsche vloot oppermachtig was, zoodat daar de handel der geal lieerden moest wijken. Beschikt men niet over de heerschappij ter zee, dan zal de handels oorlog tegen den vijand en een actie op zijn verbindingswegen alleen dan succes kunnen hebben, wanneer het buit- en prijsrecht buiten het bereik van sterkere vijandelijke schepen kan worden uitgeoefend, zooals ook een guerilla oorlog dit slechts heeft, zoolang geen sterkere vijandelijke troepenmacht ter plaatse is. Zijn vijandelijke oorlogssche pen wel in de nabijheid en kunnen deze door het bedreigde handels schip te hulp worden geroepen, dan zal de zwakkere zijn heil in de vlucht moeten zoeken en bij voortgezette achtervolging zich op de vlootbasis terug moeten trekken. In dat opzicht kan onze vlootbasis Soerabaia, door haar ligging aan de Zuidzijde van den Archipel, den handelsoorlog, die aan de Noordzijde van ons gebied gevoerd moet worden, weinig steun bieden. Wellicht kan men aan het bezwaar van de bepekte werkingssfeer onzer oorlogsschepen tegemoet komen, door snelvarende tankschepen aan de vloot toe te voegen maar dan zal haar actie weer voor een groot deel van die onmisbare vaartuigen afhangen. Dit staat in elk geval vast, dat voor den zwakkere ter zee, bij het voeren van den handelsoorlog, het onopgemerkt blijven door sterkere tegenstanders een belangrijke factor is. Het is nu juist in dit opzicht, dat het vliegtuig, dat tijdens den wereldoorlog bij den handelsoorlog geen toepassing vond, van grooten invloed zal zijn, doordat de verkenningsmogelijkheden zeer veel grooter zijn geworden. Ten tijde dat de Emden en de Karlsruhe hun actie voerden, moest de verkenning zich bepalen tot hetgeen men van uit de masten kon waarnemen en bij helder weer bedroeg de gezichtsafstand niet meer dan 20 zeemijlen. De rookkolom van steenkolen stokende schepen, die hun aanwezigheid vaak het eerst verraadde, komt bij het gebruik van olie als brandstof niet meer voor en bij verkenning van top zullen schepen, die elkaar op iets meer dan 20 zeemijlen passeeren, niets van elkander bemerken. Maar dit wordt gansch anders, indien men over een vliegverken- ning beschikt, daar van uit een vliegtuig, met het toenemen dei- vlieghoogte ook de gezichtskring grooter wordt. Van 1800 m kan men het zeeoppervlak over een rayon met 100 zeemijlen straal overzien, wanneer het zicht helder is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 74