van de art. in den slag aan de Piave (15-6-1918). Duidelijk blijkt, welke geweldige art.machten hier tegenover elkaar stonden en welke de oorzaken Lren van het mislukken van het OJH. offensief ook de hoeveelheden aan beide zijden verschoten mu. stemmen tot nadenken. Sch. Landsverdediging. De Sydney-correspondent van het „Nieuws v.d. Dag in Ned.-lndie" geeft in dat dagblad enkele beschouwingen over het Australische defensie- vrobleem. Volgens S. acht men in Austr. dit land evenals Ned.-Indie m het gevarencentrum van den Pacific gelegen, m.h o. op een naar het zuiden gerichte expansie van Japan (Men acht algemeen dit gevaar door het huidig CMn-Jap conflict niet veronzijdigd - v.G.). Austr. staat daarbij eveneens voor de moeilijkheid met beperkte weermachtsmiddelen een onmetelijk gebied met groote natuurlijke rijkdommen tegen een eventueele agress e van buiten te moeten verdedigen. S merkt allereerst op, dat de zwakte van Austr. s positie m het bijzonde hierin is gelegen, dat de Austr. marine niet krachtig genoeg is om zonder hulp van Eng. in een Pacific-conflict het meesterschap ter zee af te dwingen, zoodat de overzeesche scheepvaart met in voldoende mate kan worden beschermd en voorts tegen vij. zeestrijdkrachten met rechtstreeks strijd zal kunnen worden opgenomen. De vlootversterkmg van 2 krmse s (aangekocht uit de Br. vloot) en van 3 kanonneerbooten t.b.v. de kustver dediging (in Austr. in aanbouw) acht S. onvoldoende. Voorts duidt S. er op, dat m.h.o. op de thans in zwang zijnde toepassing van het systeem van den „undeclared war", bij schending van Austr^ territoir een onmiddellijke en snelle hulp van het moederland (Eng.) met verzekerd wordt geacht, al blijft steun van Engeland zij het ook m een later stadium - m.b.v. een krachtige, op Singapore steunende, Pacific v oot van de grootste waarde. Op grond van deze overwegingen staat het Austn Gemeenebest een zelfstandigheids-politiek voor, waarbij aanvankelijk p eigen krachten wordt vertrouwd. Als gevolg hiervan wordt door de Austr. Regeering bijzondere aandacht geschonken aan een snelle versterking van het luchtwapen dit zal van rond 100 eerste-linie gevechts-vlgn. thans, in 1941 gebracht zijn op rond 200 gevechtsvlgn. in eerste lime (vnl. land- bommenwerpers—v.G.)voor bestrijding van de uitgangspunten van vij. luchtaanvallen (vliegkampschepen a.a.). Voorts beschrijft S. de moeilijkheden van de verdediging te land van het Austr. Gemeenebest, hoofdzakelijk door de groote oppervlakte van het te verdedigen territoir met betrekking tot de geringe beschikbare grondtroepen (rond 35.000 man na mobilisatie)Vandaar, dat bij de reorga nisatieplannen van het leger gestreefd wordt naar opvoering van de mobiliteit door motorisatie en mechanisatie van de daarvoor m aanmerking kom onderdeelen, zoodat het veldleger snel daarheen kan worden gedirigeerd, waar een vij. aanval op Austr. territoir zou dreigen. Het uitgebreide Austr verkeersnet te land (auto- en spoorwegen) en in de lucht (partic. ^chthjne begunstigen deze oplossing. Een bezwaar vormen echter de verschillende spoorbreedten van het spoorwegnet in de diverse staten en de enme afstanden. Belangrijke kustplaatsen worden voorts van een vaste militaire bezetting voorzieno.a. zal te Darwin een bataljon met hulpwapens worden gestationneerd. Een groot bezwaar is, dat Austr. voor benzine en stookolie op invoer uit overzeesche landen is aangewezen. Verschillende Reg. maat regelen echter hebben ten doel reeds in vredestijd een..Yold°e"de van deze voor de oorlogvoering zoo onontbeerlijke bednjfsstoffen, in eigen land te vormen voor de eerste oorlogsbehoeften. Ook de oorlogsvoorbereiding van de bmnenlandsche industrie hee evenals thans bij ons de bijzondere aandacht van de Austr. Reg. Een algemeen plan is volgens S. reeds uitgewerkt en de noodige middelen zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 90