Er zijn drie stroomingen1. Luchtmacht is het alleen beslissende wapen.
Leger en vloot dienen alleen voor verdediging en beveiliging der grenzen
en zeegebieden, terwijl het luchtwapen intusschen den strijd beslecht, voor
de tegenstander gelegenheid heeft zijn krachten voor een beslissenden slag
in te zetten. 2. Slechts het vernietigen van den vijand op den grond en
bezetting van diens land brengt de zege. Het luchtwapen kan slechts hulp
diensten verleenen aan de troepen op den grond. 3. Elk der drie deelen van
de weermacht heeft zijn eigen taak in het raam van dealgemeene oorlog
voering. Het luchtwapen vormt daarbij het middel om bij het vastloopen op
den grond tegen de groote afstootende kracht van de verdediging het
zwaartepunt te verleggen, waardoor de operaties m een andere beslissende
richting kunnen worden gebracht. Over het algemeen zijn al deze stroo
mingen het product van bijzondere geografische, meteorologische, PO ihcke
en technische omstandigheden in de verschillende landen. Daarbij treft het,
dat vooral daar, waar een snelle en verrassende overval noodzakelijke voor
waarde wordt geacht voor een gunstig resultaat, de meeste waarde aan het
luchtwapen wordt toegekend. Dit is voornamelijk in de oude wereld (Europa)
het geval. Wat leert nu de practijk van de laatste oorlogen (conflicten c.q.
incidenten)
Mandsjukwo 1931. Een eigenlijke oorlog in de lucht was er niet, daar
een tegenpartij mankeerde (de Japanners beschikten over een behoorlijk
aantal vlgn. de Chineezen misten vlgn. èn luchtafweer). Inzet tegen be
volkingscentra en uitgestrekte militaire objecten kwam evenmin in aanm^"
king daar deze er niet waren dan wel zulks geen resultaat beloofde. Zoo
bleef over het optreden tegen de Chineesche legers, vooral op de verbin
dingen (desorganisatie aan- en afvoer). Dit optreden geschiedde zoowel in
directen samenhang met de operaties der grondtroepen als wel in den joim
van geheel zelfstandige ondernemingen. Conclusie Ondanks weinig gunstige
omstandigheden trad toch in dezen oorlog het luchtwapen meermalen op
als een zelfstandig operatief orgaan, waardoor het snelle oprukken der
grondstrijdkrachten aanzienlijk werd bevorderd.
Shanghai 1932. Een deel (ongeveer 2/5) van het Jap. luchtwapen trad op
in nauwe samenwerking met het leger op den grond. De meerderheid vormde
echter een soort „luchtmacht", welke werd ingezet tegen de Chm. vlgn.,
tegen de verbindingen (spoorwegen) en tegen belangrijke militaire objecten
(steden en opslagplaatsen). Hoewel de Chin. vlgn. sterk m de minderheid
waren, is hier toch sprake van een strijd om het luchtoverwicht. De Japan
ners hadden grootere resultaten met het luchtwapen kunnen boeken, mdien
zij dit onder een afzonderlijk commando rechtstreeks onder den opperbevel-
hebber hadden gesteld.
Conclusie Shanghai vertoont ons zij het in kleinere verhoudingen
een zelfstandig optreden van het luchtwapen, gelijkwaardig aan dat van
leger en vloot.
Abessynië 1935-36. Hierbij zijn kenmerken Een zelfstandige organisatie
der It luchtmacht onder eigen commando en rechtstreeks gesteld onder
den opperbevelhebber. Strijd om het luchtoverwicht is onnoodig wegens
ontbreken van een vijand ook de luchtafweer is van geen beteekenis. e
grondorganisatie voor het luchtwapen moest geheel worden opgebouwd.
Gebruik van het luchtwapen: Verkenning en verbinding; dit laatste was
van veel belang, aangezien de Italianen strategisch op de buitenlijnen
ageerden met vaak zeer grooten onderlmgen afstand. In hoofdzaak heeit
het luchtwapen dit mogelijk gemaakt, o.a. ook door ravitadleering van
groote troepenmachten. Het grootste succes is behaald door een uitgebreid
en intensief bombardement tegen de Abessynische legers, vooral tijdens hun
terugtocht. De snelle beëindiging van dezen oorlog is voor het grootste deel
te danken aan het luchtwapen. Conclusie: Hoewel ook hier geen strijd om
het luchtoverwicht noodig was en belangrijke industrie- en bevolkingscentra
niet aanwezig waren, heeft de It. luchtmacht zich toch niet behoevende