Behalve de taak van rusthandhaving kon nu dit detachement
ook worden ingezet voor de exploratie van het land.
Te Merauke kwam in Juli 1907 een exploratiedetachement van
2 subalterne officieren en 80 man.
Voor Noord Nieuw-Guinea kwam eerst ongeveer twee jaar later
een exploratiedetachement beschikbaar, een officier van de Ko
ninklijke Marine werd hierbij ingedeeld. De eerste taak voor dit
detachement was den voorarbeid te verrichten ten behoeve van
de in 1910 optredende Nederlandsch-Duitsche grensregelingscom
missie, voorts zou het detachement werkzaam zijn tot stelsel
matige exploratie en voor zooveel noodig tot handhaving van het
gezag.
Het zijn deze drie detachementen geweest, die jaren achtereen
moeizaam hebben gearbeid aan het verzamelen van gegevens
omtrent land en volk. Zij verrichtten de eigenlijke stelselmatige
exploratie.
Bovendien hadden in dien tijd nog een tweetal militaire expe
dities plaats.
De eerste, de Mamberamo-expeditie, onder den Kapitein van
den Topografischen Dienst A. Franssen Herderschee, zou het
stroomgebied van de Mamberamo explorèeren en een poging
doen tot het centrale bergland door te dringen. Zij vertrok 31
October 1909 van Soerabaja en keerde 22 Mei 1910 aldaar terug.
Aanleiding tot de expeditie was de verhoogde buitenlandsche
belangstelling voor wetenschappelijk onderzoek van Nieuw-
Guinea. Verschillende bekende personen maakten plannen tot
beklimming van het sneeuwgebergte. Die van het Britsch
Ornithologisch Genootschap hadden vasten vorm aangenomen en
beoogden een doorsteek van de Mimika aan de zuidkust naar de
Mamberamo (Goodfellow). Men gevoelde toen als Nedeilander
niet te kunnen achterblijven. Als merkwaardigheid dient nog te
worden vermeld dat het voorstel om deze expeditie uit te zenden
hetwelk emaneerde van den adviseur voor de bestuurszaken
der Buitenbezittingen (H. Colijn) in Juli 1909 geschiedde,
terwijl de expeditie zooals we boven zagen reeds eind October
d.a.v. vertrok. Dit was vlot werk. Helaas kwam men niet verder
dan het hooggebergte in het bovenstroomgebied van de Van
Daalenrivier. Toch werd nog een belangrijk resultaat verkregen
door de ontdekking van de meervlakte.
De tweede afzonderlijke expeditie werd ondernomen naar aan
leiding van een verzoek (dd. 30 Augustus 1910) van het Indisch
Comité voor Wetenschappelijke Onderzoekingen. Ter voorberei
ding van een doorsteek van Zuid naar Noord werd verzocht van
Regeeringswege de Idenburgrivier te doen verkennen. 21 Maart
1911 werd op dit verzoek gunstig beslist.
939