1. H. COLIJN
Ridder 3e klasse der Militaire Willemsorde.
1903 30 September 1938.
Vijf en dertig jaar geleden behaagde het onzer Koningin, de
krijgsmansdaden van den toenmaligen kapitein der Infanterie van
het Koninklijk Nederlandsch-Indische Leger HENDRIKUS
COLIJN te beloonen met een benoeming tot Ridder 3e klasse
van de hoogste Orde, welke de verheven Gebiedster van het Rijk
der Nederlanden vermag te verleenen.
Deze hooge waardeering van daden van moed, beleid en trouw
vormde den sluitsteen van de reeks van militaire belooningen en
onderscheidingen, welke den huidigen Minister van Staat, Minister
van Algemeene Zaken, eertijds ten deel mochten vallen.
Reeds op 25-jarigen leeftijd verwierf de tweede-luitenant der
Infanterie H. Colijn het Ridderkruis 4e klasse der Militaire
Willemsorde voor het zich onderscheiden bij de verovering van
Tjakranegara op 18 November 1894 door met bijzondere kalmte,
moed en beleid zijn peloton bij de bestorming van de Poerie onder
benarde omstandigheden aan te voeren.
Slechts 5 jaren waren verloopen toen den inmiddels tot eerste-
luitenant bevorderden H. Colijn de groote eer te beurt viel om
door H M. de Koningin te worden begiftigd met de Eeresabel,
wegens het zich onderscheiden bij de krijgsverrichtingen in
Atjeh gedurende het tijdperk van 1 Juni 1899 31 December 1899.
Reeds een jaar later, na 8 jaar dienst als officier, volgde zijn
buitengewone bevordering tot kapitein-adjudant van den Civielen
en Militairen Gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden, den
Generaal J. B. VAN HEUTSZ.
En er zouden toen nog slechts 2 jaren voorbijgaan tot het
tijdstip, waarop H. M. de Koningin op 30 September 1903 Haar
besluit zou teekenen, dat de bevordering tot Ridder 3e klasse
der Militaire Willemsorde tot een feit maakte. De aan dit besluit
ten grondslag liggende voordracht luidt in de termen, welke
dergelijke voordrachten kenmerken
„Na van 18 Mei tot 12 Juni door zijn actief optreden in de
boven Pasei en Keureutoistreek tal van uitgewekenen tot
terugkeer in hunne kampongs te hebben gedwongen, zette
deze officier van 28 Juni tot en met 2 September zijne actie
v n tegen Polèm en pretendent Sultan voort.
921