gebruik van de radio als militair verbindingsmiddel onomstootelijk
vast, worden de radioverbindingen in de groote legers steeds meer
uitgebreid en dit is ook het geval bij het K.N.I.L.
IV. HET GEBRUIK VAN DE RADIO ALS MILITAIR VER
BINDINGSMIDDEL.
Naar onze meening kunnen hierbij in beginsel twee gevallen
worden onderscheiden en wel
1. de radio is van meet af aan hoofdverbindingsmiddel
2. de radio is een vervangend verbindingsmiddel.
Ad. 1. Het eerste geval zal zich voordoen bij de verbinding van
zeer beweeglijke troepenonderdeelen als de cavalerie, de pantser
auto's, de vechtwagens en de wielrijders met de hoogere comman
do's. Dergelijke verbindingen zullen vrijwel nooit met de lijn-
telefoon tot stand kunnen worden gebracht, terwijl de overbren
ging van een bericht per ordonnans als regel te lang zal duren. Is
bovendien de kans groot, dat de ordonnans zijn bestemming niet
bereikt en de afzender van het bericht daarvan onkundig blijft,
dan brengt alleen de radio uitkomst. Hierbij geldt dus öf een
radioverbinding öf in het geheel geen verbinding en het is dus
logisch, dat de radio wordt aanvaard met alle daaraan verbonden
nadeelen.
Ook bij verbindingen over ontoegankelijke terreinen, waar het
leggen van kabel niet mogelijk is of met zeer veel moeite en groote
onkosten gepaard gaat dus bijv. verbindingen over zee is de
radio hoofdverbindingsmiddel
Ad. 2. Men kan hierbij weer twee gevallen onderscheiden en wel
a) de radio wordt aanvankelijk ingezet, doch buiten bedrijf
gesteld (en blijft daarna eventueel in reserve) zoodra de
verbinding met behulp van het „hoofdverbindingsmiddel" tot
stand is gekomen
b) de radio wordt aanvankelijk niet gebruikt en blijft wellicht
voortdurend in reserve, doch kan mogelijk tijdens het gevecht
het eenige verbindingsmiddel worden, dat nog intact is.
De waarde van de radio wordt in deze gevallen bepaald door den
tijdsduur benoodigd voor het tot stand brengen van de verbinding
met het andere (het hoofd-) verbindingsmiddel en de kans op sto
ring van deze verbinding.
Zoolang nu een verbinding per lijntelefoon tot stand kan worden
gebracht, moet men hiervoor liefst niet van de radio gebruik maken.
Wordt bij vredesoefeningen aan dit beginsel stipt de hand gehou
den, dan zal de noodzaak tot het gebruik van de radio ter ver
vanging van een lijntelefoonverbinding zich vrijwel nooit voordoen
er worden geen lijnen stuk geschoten en er zijn geen vijandelijke
951