De centrale luisterdienst heeft tevens tot taak het eigen radio
verkeer te controleeren, zoodat onmiddellijk kan worden ingegre
pen, indien op een onjuiste wijze van de radio wordt gebruik
gemaakt.
B. De noodzaak tot het vercijferen van de per radio te ver
zenden berichten.
Het afluistergevaar maakt het vercijferen van belangrijke radio
berichten noodzakelijk dit gaat gepaard met veel tijdverlies en
vereischt een groote nauwkeurigheid van werken naast een gron
dige kennis van de desbetreffende voorschriften. Wij meenen te
moeten betwijfelen of door de troepenofficieren in het algemeen
gesproken wel over deze vereischte grondige kennis wordt beschikt,
doch teekenen hierbij direct aan, dat ons V.G.B. moeilijk is toe te
passen vooral voor wat betreft het gebruik van de afkortingen en
de codes. Deze zijn o.i. niet altijd logisch gekozen en men heeft
daarbij geen bepaald systeem gevolgd, terwijl naar onze meening
het aantal aangegeven afkortingen te groot is.
In de practijk te velde zal dan ook o.i. van het gebruik van
afkortingen bij het samenstellen van berichten vaak weinig terecht
komen en aan het vercijferen van berichten doorgaans in het geheel
niet worden gedacht. Dit is wel zeer duidelijk gebleken bij in
Augustus 1937 in de omgeving van Tjiandjoer gehouden groote
troepenoefeningen, waarbij door een centralen luisterpost ingedeeld
bij de leiding het radioverkeer van de blauwe partij volledig kon
worden afgeluisterd.
Indien men uitdrukkelijk voorschrijft, dat per radio uitsluitend
vercijferde berichten en bevelen mogen worden overgebracht,
een beginsel, dat door den Majoor der Infanterie v. d. Beek in
het reeds genoemde I.M.T. artikel „Radiogebruik en -misbruik
te velde" wordt voorgestaan, dan zal naar onze meening het
gebruik van de radio in vele gevallen, waarin dit verbindings
middel juist geheel tot zijn recht zou komen, achterwege moeten
blijven.
Men kan toch moeilijk eischen, dat een commandant van een
verkenningspatrouille, waarbij een draagbaar radiostation is
ingedeeld (zie A.T.V. I. art. 124) in het donker, terwijl slechts
het gebruik van flauw licht toelaatbaar is, op zijn gemak een
cijfervierkant gaat maken om een dringend bericht te vercijferen.
Hij zal er dan eerder toe komen het bericht per ordonnans te
verzenden.
Dit sluit echter niet uit, dat het verzenden van radioberichten
in klare taal, waarbij totaal geen moeite is gedaan om ze voor
den vijand onbegrijpelijk te maken, ten eenenmale moet worden
veroordeeld.
Ook al wordt er niet vereijferd, dan kan er toch met eenvoudige
weinig tijdroovende middelen voor worden gezorgd, dat een
954