In Roeseb, waar Polèm's spoor verloren werd, vernemende,
dat volgelingen van den pretendent en vermoedelijk deze
zelf naar de Gajoe Loe'os waren afgetrokken, besloot hij op
eigen verantwoording hen derwaarts te volgen. 20 Augustus
1902 afgaande op het bericht, dat sterke vijandelijke benden
eene moeilijk te bereiken stelling in het gebergte op den
Inö-n-röro hadden bezet, tastte hij, niettegenstaande de
geringe sterkte van zijn troep de stelling aan en vermeesterde
haar, onder zware verliezen aan 's vijands zijde, hebbende
hij door een en ander wederom bewijzen geleverd van veel
energie, moed en beleid."
Het Rijk der Nederlanden ontleent zijn kracht en aanzien niet
in het minst aan zijne groote zonen en een van dezen was en is
nog de van officier van het Koninklijk Nederlandsch-Indische
Leger tot de hoogste waardigheid in den Lande opgeklommen, bij
voortduring met onverflauwde plichtsbetrachting bezielde, H.
COLIJN.
Met de aanbieding van onze gelukwenschen bij het bijzondere
jubileum van den 30en September 1938 mogen wij besluiten.
C.
922