hetzelfde met tal van andere steden in Shansi en het n. deel van HoNan gebeurde, krijgt men een indruk hoe uitputtend en weinig resultaat gevend deze strijd voor de Japanners tot nu toe is geweest. In dit gebied vechten nog tal van Chineesche troepen. Volgens de jongste opgaven nog een 27-tal divisies, behalve dan nog deelen van het 8e Leger. In de rest van het door de Japanners veroverde deel van China is de toestand weinig beter. In Shan- Tung voeren tenminste een 10-tal divisies den kleinen oorlog, in den driehoek ShangHaiNanKing'HangChow welhaast een gelijk getal. De guerilla's naderen ShangHai meer en meer. Nog geen week geleden kostte een aanval op een Japanschen wacht post in HungYao het westelijke extra-Settlement villa-kwartier het leven aan een der Europeesche ingezetenen aldaar. Nadien hebben de Japanners dien post opgeheven, waarna de guerilla's nog driester optreden. Onlangs drongen zij in TsiNanFu binnen. Zij bevinden zich bij SooChow en NanKing. Zij vernielen ononderbroken de Ping'Han- en de TsinPu-baan in de buurt van Peiping en TienTsin. Een paar dagen geleden bliezen zij een trein op onder de muren van PeiPing. Ook op de lijn TienTsinMukden en de lijn PeiPingJeHol opereeren zij, zij breken de rails weg, blazen de bruggen op en verbranden de stations. Al deze gueril- latroepen zijn behoorlijk uitgerust en voldoende van munitie voorzien zij zouden ongetwijfeld hun taak nog meer succesvol kunnen volvoeren, indien zij beter waren uitgerust met spring middelen, en meer kennis en werktuigen bezaten, noodig voor de vernieling van spoorbanen en kunstwerken. Geheele gebieden laten de Japanners ongestoord in het bezit der guerilla's. Waar zij echter hun communicatielijnen vernielen, nemen de Japanners représailles tegen de bevolking door het verbranden van dorpen en openleggen van een terreinstrook langs die lijnen, tengevolge waarvan voor die bevolking tenminste voor het mannelijke deel ervan geen andere weg openblijft, dan zich aan te sluiten bij de guerilla's. Dat die guerillabenden aldus aangroeiende ook voor de nog achtergebleven bevolking een plaag wordt, behoeft wel geen betoog. Alleen in de gebieden in HoPei, waar de aanvoerders van het 8e Leger het gezag uitoefenen, schijnen deze benden onder tucht gehouden te worden met behulp van de ingevoerde plaatselijke dorpsmilitie. Gegeven het ontzaglijk groote gebied, waarover de actie zich uitstrekt en het weinige, dat uit den aard der zaak daarover aan de buitenwereld bekend wordt, is het moeilijk een algemeen oordeel over den invloed van den guerillaoorlog in den rug der Japansche troepen uit te spreken. Men krijgt den indruk, dat zij vooral gedurende de laatste maanden meer actief worden en meer van zich doen spreken dan in het begin van dit jaar. Het is zeer waarschijnlijk, dat zij thans beter georganiseerd en vooral beter geleid worden door hoogere officieren. 963

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 44