Het ligt voor de hand, dat men zich de vraag stelt, waaraan de
stagnatie der operatiën van de bezetting van KiuKiang tot
ongeveer 20 Augustus te wijten is. Deze is o.i. niet alleen het
gevolg van heviger weerstand der Chineezen, hoewel deze onge
twijfeld leeren steeds beter tegen de Japanners stand te houden.
Sommigen meenen bij laatstgenoemden sporen van oorlogsmoe
heid te ontwaren. Zulks zou zeker niet te verwonderen zijn, want
er zijn divisiën, als de 108e en de 18e, welke men nu reeds bij
alle belangrijke veldslagen, en ook weer hier ontmoet. Zeer zeker
speelt ook het klimaat een rol. Het KiuKiangHankow-gebied
is het heetste deel van China. Temperaturen van 35 tot 38° C.1)
zijn daar in Juli en Augustus regel, zelfs veelal gedurende den
nacht (met muskieten), waarbij eene vochtigheid van de lucht
tusschen 90 en 100 het lijden nog verhoogt. Onder die omstan
digheden met bepakking, en een stalen helm als beschutting tegen
de verzengende zonnestralen, dag in dag uit te moeten vechten,
moet den geest der beste troepen ondermijnen. Voorts zouden
niet minder dan 60 der troepen lijden aan malaria en velen
aan buikloop2). Bij de beter tegen hitte bestand zijnde Chi
neezen zouden slechts 10 malarialijders zijn.
Een Japansche spokesman gaf als temperatuur zelfs op 60° C.
Volgens Chineesche berichten
964
HET GEVECHTSTERREIN. OP DEN ACHTERGROND DE LU SHAN (1180 M),
WAAROP HET PLAATSJE KULING.