Aan het zuidfront waren twee legers geformeerdéén van
40.000 a 50.000 onder Ras NASIBOE in Ogaden, in het stroom
gebied van de Webi Shebelli en Faf, en het tweede, op rond
40.000 geschat, onder Ras DESTA, westelijk daarvan in het gebied
van de Canale Dor ia en Web.
Tenslotte was er zuid van Dessié een leger samengebracht,
bestaande uit de Garde ter sterkte van ongeveer 20.000 man,
benevens andere troepen van gelijke sterkte. Dit leger stond onder
persoonlijk bevel van den Negus en vormde de algemeene reserve.
Zooals reeds vermeld, waren de troepen over het algemeen
primitief uitgerust. Voor het grootste deel waren de soldaten
bewapend met geweer (van de meest uiteenloopende modellen
en kalibers) en dolk of mes. De overige uitrusting (treinen,
verplegingsorganisaties, enz.) was in hooge mate gebrekkig of
geheel afwezig. Alleen de Garde vormde een uitzonderingwas
in uniform gestoken en behoorlijk geëncadreerd.
DE BONO verstrekt de volgende gegevens aangaande de bewa
pening der Abessyniërs, berustend op berichten van spionnen
en kondschapsdienst
Artillerie totaal 450 stukken (alle kalibers kleiner dan 10 cm),
waarvan 68 van moderne type, 22 anti-tankkanonnen en 24 tegen
luchtdoelen; de 'o8 moderne stukken met een munitievoorraad
van 1000 schoten, de overige met gemiddeld 150
Automatische wapens totaal 4000 machinegeweren, waarvan
1500 vrijwel onbruikbaarvan de rest waren 900 Hotchkiss, 150
Mausers en 150 loopgraafgeweren munitie totaal 150.000.000
schoten
Geweren totaal 275.000, waarvan 120.000 Mauser geweren en
40.000 Mauser karabijnen, 20.000 Mauser oud-model, 15.000
moderne Engelsche geweren, 20.000 karabijnen M 91, 10.000
Wetterli en 50.000 Lebel geweren. Munitie alleen voor de Mausers
150.000.000 voor de rest een geringer aantal. Voorts 12 pantser
wagens van Engelsche herkomst en 12 vliegtuigen.
C. Operatieplaimen en aanvoerders.
Het algemeene plan de campagne van Italië blijkt reeds uit de
groepeering der troepen. Enkele opmerkingen kunnen hier nog
aan worden vastgeknoopt. Waar het doel van den oorlog was
de verovering van Abessynië, zoo mag worden gezegd, dat de
bezetting van de hoofdstad, als geografisch, politiek en strategisch
middelpunt, het hoofdobject vormde. De opmarsch daarheen zou
geschieden van het noorden uit, waartoe in Erytrea de voorbe
reidingen en de gereedstelling der noodig geachte troepen plaats
vonden. De as van beweging liep hierbij over Adoea, Makallé,
Quoram, Dessié. Op dien weg zou men naar alle waarschijnlijkheid
de hoofdkrachten van den vijand ontmoeten. Waren deze ver-
985