het ambt van Minister van Koloniën bekleedde. Reeds in 1889 had hij in Erytrea gediend als jong officier en het was, naar hij zelf verklaart, zijn hoogste wensch om als militair zijn openbare loopbaan te beëindigen. Toen het dan ook in 1933 meer en meer duidelijk begon te worden, dat de verhouding met Abessynië mis zou loopen, had hij zijn kans gezien en zich op de volgende wijze tot MUSSOLINI gewend (wij geven hier zijn eigen woorden, blz. 12 van zijn boek) Zoodra de voorgenomen actie in Somaliland, welke aanvankelijk zuiver defensief was gedacht, meer en meer in belangrijkheid toenam, werd aldaar tot bevelhebber aangewezen de Generaal GRAZIANI, een officier, die evenals DE BONO, in een lang- durigen kolonialen diensttijd zijn sporen had verdiend. Wel is waar stond hij onder den opperbevelhebber DE BONO, doch hij bezat een groote mate van zelfstandigheid, in verband met den grooten afstand tot het noordelijke operatiegebied. Deze zelfstan digheid werd hem in vol vertrouwen gegeven, aangezien DE BONO hem zeer hoog schatte en als „unvergleichliche Kolonial- General" kenmerktverder zegt hij van hem denn in Bezug auf koloniale Operationen konnte ich von ihm lernen, nicht er von mir". Of de Abessyniërs van den aanvang af een bepaald, vast plan van actie hebben gehad, is moeilijk na te gaan. In het algemeen kan worden opgemerkt, dat een offensief optreden buiten beschouwing latende twee wijzen van handelen voor hen in aanmerking kwamen, n.l. het met geconcentreerde krachten weer stand bieden en een spoedige beslissing nastreven, of wel dit laatste vermijden en den vijand het binnenland inlokken onder het voeren van de z.g. guerilla tegen flanken en verbindingen. Het schijnt, dat HAILLÉ SELASSIE zich meermalen als voor stander van het zoeken naar een spoedige beslissing heeft doen kennen, hetgeen overigens weinig zegt, daar deze houding voor hem uit politiek oogpunt was aangewezen. Vanzelfsprekend hield hij zijn volk het voorbeeld van Adoea voor oogen. Erkend moet worden, dat de terreinsomstandigheden in het noorden (het hoofdoperatietooneel) ten gunste van deze oplossing spraken. De aanvaller moest aldaar bij het begin van zijn opmarsch zeer moeilijk terrein doorschrijden, waar de verdediger sterke, natuur- 987 „Höre, wenn es da unten Krieg geben sollte, so müsztest du mïr falls du mich für würdig und fahig haltst die Ehre gewahren, ihn zu führen". Der Chef sah mich fest an und sagte sofort „Sicherlich Ich fügte hinzu„Halst du mich nicht für zu alt dazu „Nein", antwortete er, „denn es ist keine Zeit mehr zu verlieren Schon damals hatte der Duce sich eine klare Vorstellung davon gemacht, dasz die Angelegenheit spatestens im Jahre 1936 geklart werden müsse.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 68