994 hoogere cdtn.( cies.cdtn. enz.) deze concentraties te bevelen. Als het ware intuïtief moeten deze concentraties door sie. en gp.cdtn. en afzonderlijke schutters tot stand worden gebracht, hetgeen S. slechts na een langdurige, gezamenlijke oefening bereikbaar acht (verg. het meer systematisch nastreven van hetzelfde doel in het hierna besproken M.W. artikel). In de Revue Militaire Suisse van Juni '38 sluit Gnl. Rouquerol zich bij den S. van het vorengenoemde artikel aan, met name v.w.b. de minder zware belasting van den infanterist (Infanterie et artillerie mode-mes). Voorts zoekt ook deze S. de oplossing voor het wederom beweeglijker maken van de inf. in beperking van het aantal aan haar toe te voegen collectieve wapens, waarbij hij den vuursteun, noodig voor de voorwaartsche beweging, weer grootendeels naar de art. wil terugbrengen en derhalve tegen de bestaande stroomingen ingaat. Wij kunnen dit gedeelte van zijn betoog niet onder schrijven. De sectie in den aanval. In M.W. van 29 Juli propageert H.H. een aanvalsschema voor een fus.sie. (Angriffsschema eines Schützenzuges). Ter toelichting diene, dat de D.cie. inf. bestaat uit 3 fus.sien., elk bestaande uit 3 gpn. (waarin 1 It.mitr.) en 1 mitr.sie. met 2 zw.mitrn. en 3 It.granaatwerpers. Het artikel behandelt een re. en li. aangeleunde fus.sie., waaraan 1 lt. granaatwerper is toegevoegd. Hoofddoel van het schema is, een zoodanig vuuroverwicht te verkrijgen, dat de stootkracht zich naar den vij. kan werken, hetgeen volgens S. slechts in het raam van de sie. mogelijk is. Aanvankelijk wordt genaderd in willekeurige, zich aan het terrein aanpassende vormen. Zoodra de dekkings mogelijkheden minder worden, wordt in de breedte ontwikkeld, waarbij reeds dadelijk de beide voorste lt.mitrn. naar het midden worden samen getrokken met hoogstens 50 a GO m tusschenruimte en afstand. De fusn. der beide voorste gpn. blijven re. en li. 100 m achter, terwijl de 3e gp. sprongsgewijze de beweging volgt. Op 500 a 800 m van den vij. openen de beide voorste lt.mitrn. het vu. en werken zich bij afwisseling tot op 300 a 400 m van den vij. naar voren. De fusn. volgen de beweging nog op afstand. De sie.cdt. bevindt zich tusschen de voorste lt.mitrn. en leidt hun vu. In de volgende phase wordt de 3e It.mitr. achter de beide andere aangetrokken, terwijl de fus.gpn. zich re. en li. vooruit werken. Aldus bevindt zich een „Feuerdreieck" in het midden van de aanvallende sie.; de lt .granaatwerper wordt daaraan nog toegevoegd en het geheel gesteld onder bevel van den cdt. der 3e gp. Voordeel van deze opstelling noemt S., dat het gevormde „Feuerschwerpunkt" in staat is eiken weerstand, die de voorw.beweging der fusn. stuit, met minstens 2 lt. mitrn. en den granaatw. te bestrijden. De sie.cdt. neemt het co. op zich van die fus.gp., welke hij de beste kansen voor het binnendringen in de vij.stelling toekent. Zoodra mogelijk na gelukt binnendringen wordt een It.mitr. aangetrokken. Uiteraard is bij toepassing van het schema mede gerekend op voort- durenden steun der zware inf.wapens (de mitr.cie. van het D.bat. heeft 8 zw.mitrn. en 6 zw.granaatwerpers, het reg. beschikt nog over 6 lt. en 2 middelb. mijnwerpers) Vervoer van veldzakken. Naar vernomen werd zullen thans ook de veldzakken van de Eng.inf. op voertuigen van de cien. worden vervoerd. Tegelijkertijd wordt aan den man wederom een broodzak verstrekt, waarin o.a. de veldflesch wordt medegenomen. (Zie ook I.M.T. 1938, nr. 8, blz. 795). v. S.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 75