De gevolgen waren zeer ernstig. Gedurende eenige maanden bestond een feitelijke oorlogstoestand tusschen Engeland en de Nedsjd. De Engelschen traden hierbij op met vliegtuigen en pantserauto's, terwijl de fanatieke Wahabietenstammen dien aanval der ongeloovigen beantwoordden door raids in Irak en Koeweit. London verdedigde zijn optreden op grond van een door den Kolonialen Secretaris in het Lagerhuis afgelegde verklaring„dat de Koning der Wahabieten had toege geven, dat hij de controle over zijn onderdanen had verloren." Volgens Philby, die in Riad was, zou Ibn Saoed een dergelijke verklaring niet hebben afgelegd. Het eenige wat de Koning zou hebben verklaard, was„dat als de Britsche autoriteiten volhard den bij hun ongerechtvaardigde agressie tegen zijn territoor, hij „niet de verantwoordelijkheid wenschte te aanvaarden voor de „gevolgen." Wat heel iets anders is dan wat de Regeeringsverkla- ring in het Parlement inhield. Ibn Saoed begreep, dat het geen zin had om zijn stammen op te dragen geduld te oefenen, zoo lang zij door de Britsche macht werden aangevallenzich verdedigen en tegenacties uitvoeren waren logische consequenties. Hij stelde daarom aan de Britsche Regeering voor om harerzijds alle militaire actie onmiddellijk te staken, en dan het conflict in raadkamer te brengen wat gebeurde. De daarna tusschen Sir Gilbert Clayton en Ibn Saoed gevoerde onderhandelingen leden schipbreuk, omdat Engeland niet wenschte toe te stemmen in de kwestie van het achterwege laten van grens- versterkingen tusschen Irak en Nedsjd. Een prestige kwestie, na het gebeurde Voor Ibn Saoed was de toestand nu heel moeilijk. Zijn stammen verzetten zich tegen Engelandmaar de Koning wist ook, dat oorlog met Irak, oorlog met Engeland beteekende, dus eigen vernietiging. Daarom wilde hij dien oorlog onder geen voorwaarde, al moest hij daarvoor zijn eigen stammen bestrijden. Hij riep in Riad een Nationale vergadering bijeen om met alle stamhoofden en leiders de zaak te bespreken. Behalve Faisal al Doewisj en Soeltan ibn Bidsjad van de Moetair-Attawastammen, en Dajdan ibn Hislajn van den Ajmanstam waren allen aanwezig de 3 genoemden waren de leiders der „verzetspartij". Na het einde van de vergadering wist Ibn Saoed nu wat hem te doen stondde drie verzetsgroepen aan zijn wil onderwerpen. Hij deed dit in 1929. Bij de toen gevoerde gevechten werden de oproerige stammen beslissend verslagenSoeltan ibn Bidsjad kwam in Riad in de gevangenis en Faisal al Doewisj was doodelijk gewond. Ibn Saoed schonk hem vergiffenis, wellicht in de verwachting dat Faisal toch wel zou sterven aan zijn verwondingen. Maar tegen alle verwach ting in herstelde Faisal, zoodat opnieuw tegen hem moest worden opgetreden. Ibn Saoed had hierbij weinig geluk, want van de 700 926

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 7