1007 Technische Richtlinien für den baulichen Luftschutz, bl. 11, tabel 5 (Uitgave Eidgenössische Luftschutzkommission, Bern) Notice relative a la construction d'abris contre les bombardements aériens (Uitg. Ministère de l'Intérieur, Direction générale de la Sureté Nationale)]. Volgens bovengenoemde voorschriften wordt voorts tegen een vlg.bom van 300 kg een horizontale dekkingsdikte van 1,40 gew. beton geëischt. Ten einde te voorkomen, dat de zijwanden der dekkingen zullen worden ingedrukt door naast de dekking in den grond explodeerende bommen, eischen deze voorschriften voor te verwachten bommen van 50 t/m 100 kg een wanddnkte van 0,80 a 1,00 m gew.beton, voor bommen van 300 kg idem van 1,50 m gew. beton. Bovendien schrijven deze voorschriften voor, dat de dekkingen in gew.beton als monoliet moeten worden geconstrueerd. In het Fransche voorschrift wordt voorts bij ondergrondsche dekkingen groote waarde gehecht aan het aanbrengen van een „couche d'éclatement" (scherfmaker)ten einde de vlg.bom vóórtijdig tot explosie te brengen. Deze scherfmaker bestaat uit een gew.beton plaat van 10 a 15 cm dikte, hetzij met ruim overstek boven de dekking aangebracht (alsdan door een grondlaag van rond 1 m daarvan gescheiden), hetzij als een kraag om de dekking heen op of even onder het maaiveld aangebracht. v. G. Landsverdediging. In de Straits Times wijdt een mil. medewerker eenige beschouwingen aan de „attaque brusquée", den verrassenden inval en opmarsch in het gebied van een anderen souvereinen staat bij wijze van strategische over valling. Volgens S. heeft van de totalitaire oorlogsmethoden, die van intimidatie en demoralisatie van de burgerbevolking in het achterland, door luchtbombardementen van bevolkingscentra, weinig krijgskundige voordeelen afgeworpen. De ervaring in Spanje tijdens den huidigen burger oorlog heeft uitgewezen, dat deze intimidatie- en demoralisatie-bombar dementen de bevolking eerder tot hardnekkiger verzet hebben geprikkeld. Met de „attaque brusquée" daarentegen zijn volgens S. zeer belangrijke strategische en politieke voordeelen te behalen, daar het, als gevolg van de verrassing met weinig krachtsinspanning verkregen grondgebied, dank zij het groote afweervermogen van de moderne wapens, ook met betrek kelijk geringe krachtsinspanning behouden zal kunnen worden. Is de „attaque brusquée" tevens gericht op het bezit van strategisch belangrijke objecten of gebieden, dan legt dit ook in politiek opzicht een belangrijk gewicht in de schaal. S. wijst terug op den Duitschen inval in Oostenrijk in Maart j.L, als een van de meest kenmerkende voorbeelden van de „attaque brusquée". Voor zoover voor onze verhoudingen en omstandigheden van belang teekenen wij hieruit het volgende aan. Bij den inval in Oostenrijk van het Duitsche legercontingent (aan grondtroepen bestaande uit 4 inf. divn., een pantserauto-div. en voorts aan begeleidende luchtstrijdkrachten het z.g. „Göring keurluchtvaartkorps") stond uit politieke overwegingen bovenal de geheimhouding der voorgenomen plannen op den voorgrond. Er verliep zoo weinig tijd tusschen het voorbereidingsbevel voor den afmarsch en het bevel tot afmarcheeren, dat het eerste échelon, bestaande uit de pant- serauto-div., slechts zoo volledig mogelijk uitgerust als de vredesvoor- zieningen het toelieten moest oprukken, voor eventueele steunverleening sprongsgewijze begeleid door luchtstrijdkrachten (bcmmenwerperverbanden) met taak mogelijke troepenconcentraties in Oostenrijk te beletten. Het tweede échelon (de inf. divn.) werd vervolgens deels per trein, deels met andere middelen tot versneld vervoer naar de grens vervoerd. Door den korten tijd van voorbereiding was een methodische oproeping van reservisten en vordering van automobiele vervoermiddelen niet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 88