1010
Hoofdstuk I behandelt de geschiedenis van den militair geneeskundigen
dienst van het K.N.I.L. Kolonel van der Werff, die dit onderdeel heeft
verzorgd, is het gelukt zijn bijdrage te maken tot een aangrijpend epos van
strijd, overwinning en mislukking. Wij bevoorrechten, die de vruchten mogen
plukken van hetgeen door onze illustre voorgangers, vaak met opoffering
van levensgeluk en gezondheid gedurende langer dan een eeuw werd ge
zaaid, realiseeren ons vaak niet voldoende, wat wij aan die oude pioniers
te danken hebben. De lezing van het opstel van kolonel van der Werff zal
ons de bezielende overtuiging schenken, dat het bewustzijn een groote zaak
te dienen den medici der 19de en van het begin der 20ste eeuw de kracht
heeft geschonken de tropen-geneeskunde omhoog te heffen uit de donkere
diepten van den Compagniestijd tot de hoogte, waarop zij thans staat.
De geschiedenis der röntgenologie wordt in het tweede deel van dit
hoofdstuk op treffende wijze geïllustreerd door een tweetal foto's, de eene
dateerend uit het jaar 1898 geeft een afbeelding van het eerste röntgen
toestel, dat in Indië in bedrijf is geweest (in het militair hospitaal te Koeta-
radja) en de andere toont ons het modernste en meest volmaakte op het
gebied der röntgentechniek, het thans in het militair hospitaal te Tjimahi
opgestelde driephasentoestel, het eerste hier te lande.
Hoofdstuk II behandelt den geneeskundigen dienst fcij de Koloniale
Reserve. De groote zorg, welke thans aan de selectie van het voor het
Kon. Ned.-Ind. Leger bestemde contingent Eurcpeesche militairen wordt
gewijd, heeft het aantal mislukkingen bij de uitzending tot een dusdanig
laag cijfer teruggebracht, dat men daarop enkele jaren terug nauwelijks
had durven hopen. Het is niet gemakkelijk geweest zoover te komen. Het
opmaken van de som van alle goede en kwade eigenschappen in een persoon
en de beantwoording van de vraag, wat de betrokkene voor het leger in
Indië waard zal zijn is nu eenmaal niet gemakkelijk en eischt een nauwe
samenwerking tusschen de keurende geneesheeren en de officieren en het
kader der Koloniale Reserve gedurende het proefverband. Wie goed en
zonder veel moeite op de hoogte wil komen van deze samenwerking, de
typologische selectie, kortom van alles wat op de werving te Nijmegen
betrekking heeft, kan de lezing van dit hoofdstuk zeer worden aanbevolen.
Hoofdstuk III geeft een verhandeling over de legersamenstelling, de
opleiding van het hospitaalpersoneel, den dienst in de militaire hospitalen,
de administratie voor officieren van gezondheid, die een militaire apotheek
beheeren, het aanvragen van geneesmiddelen, de regularisatie etc., terwijl
tevens een beschrijving wordt gegeven van de werkzaamheden in het Schei
kundig Laboratorium en het Algemeen Magazijn van Geneesmiddelen te
Bandoeng.
In hoofdstuk IV vindt men een uitvoerige bespreking van den dienst
der garnizoens- en bataljonsartsen, gevolgd door een beschouwing over den
militair geneeskundigen dienst bij de depótbataljons voor Inheemsche recru-
ten der Infanterie, waarbij voornamelijk de nadruk is gelegd op het gewich
tige probleem der militair-hygiënische opvoeding.
Hoofdstuk V is gewijd aan diverse militair-hygiënische vraagstukken.
Achtereenvolgens vinden behandeling het Militair Hygiënisch Instituut, de
hygiëne der kampementen en hospitalen, wandluizen en haar bestrijding,
kleedinghygiëne in de tropen, de voeding van den militair, marsch-hygiëne,
physiologische grondslagen van sport en training, sport en trauma in het
leger, terwijl het hoofdstuk wordt besloten met een verhandeling over het
bijzonder gewichtige probleem der geslachtsziektenprophylaxis.
Hoofdstuk VI behandelt enkele ziekten, welke voor het leger van speciaal
belang zijn. Wij vinden er interessante bijzonderheden in vermeld over
malaria, croupeuze pneumonie, spruw-achtige ziekte, lepra en trachoom.