1013
Soort der verpakkings
middelen.
Beschermende waarde.
Gesloten houten vaten
(voor het opslaan van
vloeistoffen als wijn, bier,
enz.,)
Houten kisten.
Dik kartonnen verpak
kingsmiddelen.
Wasdoek.
Met olie geprepareerd
karton.
Transparant waterproef
verpakkingsmateriaal, ge
prepareerd met cellulose
acetaat.
Oliepapier.
Dun karton.
Gewoon papier.
Jutezakken.
Meelzakken.
Volkomen bescherming tegen gassen of tegen
de schadelijke inwerking bij aantasting door een
geringe hoeveelheid „vloeibaar gas.
Indien goed sluitend, geven deze verpakkings
middelen bescherming tegen gassen. Absorbee-
ren echter gassen in vloeibaren toestand.
Goede bescherming tegen gassen en gassen in
vloeibaren toestand.
Goede bescherming tegen gassen. Eenige be
scherming tegen oppervlakkige aantasting van
„vloeibare" gassen.
Geeft slechts een beperkte bescherming tegen
gas; geen bescherming tegen „vloeibare" gassen.
Geen bescherming tegen gassen of
gassen.
„vloeibare"
Wanneer levensmiddelen in massa of op andere wijze zonder bescherming
tegen gasbesmetting zijn opgeslagen, dienen maatregelen te worden genomen,
dat de opslagplaats beveiligd wordt tegen het indringen van gas.
Hoever men met het nemen van dezen maatregel moet gaan, zal afhangen
van den aard van de opgestapelde levensmiddelen mede moet er op worden
gelet dat de meest aan besmetting onderhevige voedingsmiddelen op cüe
plaatsen moeten worden geborgen, waar ze het minst aan besmetting
onderhevig zijn. Aangezien de oorlogsgassen zwaar zijn, zullen de hoogste
verdiepingen in een magazijn het minst gevaar opleveren voor besmetting,
echter dient er wel aan te worden gedacht dat bij gebruik van brandbommen,
de mogelijkheid groot is, dat deze niet alleen het dak maar cok de vloer
van de bovenverdieping van een getroffen magazijn zullen doorboren.
Magazijnen, welke door hun bestemming of constructie niet zoodanig
kunnen worden afgesloten dat zij voldoende bescherming tegen gas geven,
moeten alleen maar worden gebruikt voor het opslaan van goed verpakte
levensmiddelen of die welke geen gas absorbeeren en bovendien goed
gewasschen en gekookt kunnen worden.
Sommige opslagplaatsen zijn uit hoofde van haar bestemming reeds
geschikt om levensmiddelen tegen inwerking van gifgassen te vrijwaren
b v moderne ijs- of koelinrichtingen welke voorzien zijn van deuren, of
andere inrichtingen welke luchtdicht afsluiten. Andere opslagplaatsen van
gewone constructie behooren uit een oogpunt van gasbeschermmg aan een
nauwkeurig onderzoek te worden onderworpen.
De in- en uitgangen moeten zooveel mogelijk worden beperkt, zoo noodig
gesloten en verzegeld. De in- en uitgangen, welke in gebruik blijven,
dienen van z.g. luchtsluizen te worden voorzien. Het kan noodig blijken,
dat deuren en vensters nog afdoend sluitend moeten worden gemaakt
terwijl de in de opslagplaats aanwezige luchtroosters, openingen met tralie-