1015 betreft, zeer uiteenloopen. De persenning, welke het meest aan het hier gestelde deel beantwoordt, is de ondoordringbare met olie bewerkte soort. De met cuprammonium-bitumen bewerkte soort biedt aanmerkelijk minder weerstand, doch geeft in zekere mate bescherming tegen gas. De gewone waterproef dekzeilen van het canvas-type bieden alras geen weerstand meer voer gas of „vloeibaar" gas, maar in het geval dat over niets anders kan worden beschikt geven ze tijdelijk wel eenige bescherming. Indien zulks in de practijk uitvoerbaar is, wordt de beste bescherming verkregen, wanneer de persenning over een op het vervoermiddel aangebracht raam werk kan worden getrokken waardoor het zeil niet in directe aanraking kan komen met de te vervoeren levensmiddelen welke beschermd moeten worden. Vleeschvoorziening te velde bij het Fransche Leger. De R. du S.I.M. aflevering MeiJuni 1938, geeft een artikel over de vleeschvoorziening te velde geschreven door den Int. Mil. de lre classe Roux, leeraar aan de H.K.S. van het Fransche leger. S. geeft een overzicht van de wijze waarop de vleeschvoorziening sinds den Napoleontischen tijd bij oorlogvoering heeft plaats gehad en schetst de moeilijkheden, welke bij de vele toegepaste methoden werden ondervonden. Het systeem van medevoeren van levend vee bij de treinen van den troep, zooals vroeger gewoonlijk plaats vond, wordt sterk veroordeeld. Groote verliezen onder het vee traden hierbij op (sterfte) het nuttig rendement werd voorts verlaagd door den slechten vcedingstoestand waarin het vee kwam te verkeeren het gewichtsverlies was zeer groot en bovendien ging de kwaliteit van het vleesch in hooge mate achteruit. Aan dit systeem was onafscheidelijk verbonden de aankoop van vee uit de streek, hetgeen niet altijd mogelijk was wanneer te voren troepen dezelfde marschroute hadden gevolgd en aankoop van vee reeds had plaats gevonden. In tal van gevallen, chrono logisch weergegeven, worden de ondervonden moeilijkheden beschreven. Administratief was de vleeschvoorziening goed geregeld. In de practijk kwam men tot het resultaat dat geen vee meer werd meegevoerd en dat men tenslotte was overgelaten aan het toeval of in het betreden gebied plaatselijk vee kon worden verkregen. Er werd dus vleesch aangekocht zoodra de mogelijkheid daartoe bestond. Aan de ondervonden moeilijkheden kon later tegemoet worden gekomen door verstrekken van geconserveerd vleesch en sinds den oorlog 19141918 door het ter beschikking stellen van bevroren vleesch. S. bespreekt vervolgens de organisaties, welke in den loop der tijden ten behoeve van de vleeschvoorziening te velde werden ingevoerd. In 1883 werd in de instructie „Service de l'ahmentaticn en temps de guerre" bepaald, dat de troepen de onmiddellijke beschikking moesten hebben over èen voorraad vee welke in de behoefte aan vleesch voor 10 dagen kon voorzien, waarvan 4 dagen in parken achter elk legerde rest ingedeeld bij de treinen in 1893 werd de verdeeling nader geregeld als gevolg van de instelling van de „convois administratifs", welke als het ware moesten worden beschouwd als rollende magazijnen, waarbij dan ook levend vee werd medegevoerd. Dit systeem heeft zooals bekend, plaats gemaakt voor een geheel nieuwe organisatie als gevolg van de groote ontwikkeling op het gebied van de transportmogelijkheden. Reeds in 1893 werd in de militaire instructies de mogelijkheid geopend, tot het vervoer van vee per spoor ten behoeve van de troepenvoorts bestaan thans speciale auto's ingericht voor vee en vleeschvervoer. De ontwikkeling van het transportwezen heeft thans vele moeilijkheden in de vleeschvoorziening ondervangen. Het medevoeren bij de troepen van levend vee behoort in Europa thans vrijwel tot het verleden. Zooals vermeld, beschikken de vleeschvoorzieningsorganen bij het leger over speciale auto's voor vleeschvervoer.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 96