1018 tegelijkertijd zijn woordvoerder in Duitschland een tweede onderhoud deed hebben met den Führer. Hoewel diens standpunt onveranderd bleek hij hield vast aan de in zijn memorandum neergelegde werkwijze op grond van de overweging, dat een conferentie tot een ontoelaatbaar uitstel zou leiden gaf de Duitsche pers nu een geheel anderen uitleg aan dat memorandum: het zou in principe niet verschillen van de Engelsch-Fransche voorstellen. Chamberlain stelde Hitier daarop een uitstel voor van de Duitsche mobilisatie met 24 uur hetgeen werd aangenomen - en bcod aan, zich weder naar Duitschland te begeven voer het voeren van een onderhoud. Voorts wendde hij zich nog tot Mussolini, die daarop een persoonlijk beroep deed op Hitier, hetgeen leidde tot diens uitnoodiging tot een bespreking te München tusschen hem, den Duce, Daladier en Chamberlain. Zoo bestaat er op het oogenblik van het schrijven dezer regels weder goede hoop op een vreedzame oplossing. Mocht deze verwezenlijkt worden, hetgeen slechts een ieders wensch kan zijn, dan kan nochtans worden gezegd, dat ook hier een vrede de inleiding is geworden tot een crisis. De staatslieden, die de serie vredesverdragen van 19191920 tot stand brachten, hebben het zelfbestemmingsrecht der volken op wel zeer eenzijdige wijze gehanteerddat zij de minderhedenproblemen echter niet geheel over het hoofd zagen bewijzen de talrijke terzake gesloten verdragen. Het is dan ook niet rechtvaardig, de schuld van al de moeilijkheden die daaruit voortvloeiden geheel op hun schouders te leggenzeer zeker treft hen, die aan die verdragen uitvoering moesten geven, den grootsten blaam. Doch indien men er thans toe mccht besluiten, de gebleken moeilijkheden niet op te ruimen op de wijze als juist door pres. Roosevelt voorgesteld, doch door kracht van wapenen, staan nog heel wat verwikkelingen te wachten in Oost- en Midden-Europa waar het, naar uit bijgevoegd staatje blijkt, wemelt van minderheden. Moge Hongarije in zijn thans geuite verlangens vrijwel geheel gerechtvaardigd zijn 1), gewaagd is in dit opzicht de houding van Polen en Italië blijkens Hitler's uitlating schijnt zij v.w.b. de Duitsche minderheden wel verantwoord. Nochtans is de wijze waarop Polen en Hongarije van de situatie gebruikmaken voor het verwezenlijken van hun wenschen weinig geschikt voor het afdwingen van bewondering. Anders staan Roemenië en Joegoslavië er voor; zij mengden zich wijselijk niet in het koor van hen die riepen om toepassing van het zelfbestemmings- recht der volkeren; eerstgenoemde staat kondigde zelfs vergaande concessies aan minderheden aan. Overigens is hun houding in het huidige conflict door de tegenstrijdige berichten dienaangaande steun aan Tsjecholowakije bij een aanval op dit land en verleening van doortocht aan Russische troepen door Roemenië eenerzij ds, enthouding van ingrijpen bij een actie van Hongarije anderzijds niet geheel duidelijk. In den dagelijkschen vloed van berichten over de Tsjechoslowaaksche kwestie dreigden berichten omtrent andere gebeurtenissen ten onder te gaan. Zoo werd geen opvallende plaats geschonken aan mededeelingen omtrent de vergadering van den Volkenbond. Hoe dit lichaam meer en meer buiten de aangelegenheden wordt gehouden, voor het regelen waarvan het toch werd opgericht, wordt overduidelijk bewezen door het feit, dat deze vergadering zich geenszins bezighield met de evengenoemde kwestie. Nochtans verdienen een tweetal te Genève voorgevallen zaken vermelding. De eerste, welke ons in het bijzonder aanbelangt, is de mededeeling van min. Patijn, dat de Nederlandsche Regeering van oordeel is dat deelname Geheel is zulks niet het geval de gedwongen afstand van een deel van het Burgerland aan Hongarije (Ödenburg, Wieselburg en Eisenburg) en Tsjechoslowakije (Pressburg Bratislava) is door het voormalige Oostenrijk nooit erkend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 99