4. DE RADIOGRONDVERBINDINGEN BIJ HET KONINKLIJK NEDERLANDSCH-INDISCHE LEGER door W. P. GERHARZ, Kapitein der Genie. I. INLEIDING. Na het heengaan van Marconi op den 20en Juli 1937 is er in de couranten veel over dezen grooten uitvinder geschreven en zijn de belangrijke feiten uit de nog betrekkelijk korte geschie denis van de radiotechniek weer eens in herinnering gebracht. Bij de snel voortschrijdende ontwikkeling van de radio kan men er zich moeilijk een voorstelling van maken, dat het nog in het begin van deze eeuw was, dat het Marconi gelukte voor de eerste maal den Atlantischen Oceaan draadloos te overbruggen. Uit de diverse couranten-artikelen is ons één zinsnede bijzonder opgevallen en wel deze „Marconi's uitvinding beheerschte den oorlog". Het is uiteraard begrijpelijk, dat men van meet af aan heeft gedacht aan de toepassing van de „draadlooze" als militair verbindingsmiddeldoor de in 1903 opgerichte „Gesellschaft für drahtlose Telegraphie (Telefunken)" werden reeds spoedig na haar oprichting bruikbare mobiele militaire radiostations in den handel gebracht. Het waren gedempte vonkzenders werkende op golven van 300 meter en hooger. Bij den aanvang van den grooten oorlog waren bij de elkaar bestrijdende legers dan ook reeds radiostations ingedeeld. In het Duitsche leger beschikte men over dergelijke stations voor de verbindingen van de hoogere legercommando's en van de cava- lerieverbanden met de legerleiding. In het Russische leger waren alle hoogere staven rijkelijk met radiostations bedeeld. Tijdens den wereldoorlog is veelvuldig van de radio gebruik gemaakt en hierbij is ook het groote eraan verbonden nadeel n.l. het afluistergevaar sterk naar voren gekomen. Het historische voorbeeld van het verkeerd gebruik van de radio door de Russen in den slag bij Tannenberg zal den lezers wel bekend zijn. Ondanks dit belangrijke nadeel is de waarde van dit nieuwe verbindings middel voor militaire doeleinden kunnen worden aangetoond, waarbij men er zich bovendien rekenschap van dient ce geven, 947

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 28