1117
stigen Tsjechisch-Slowaaksch-Roetheenschen federatieven staat een weg zal
weten te bannen naar de Oekraïne, die het reeds eenmaal bij den vrede
van Brest-Litowsk in 1917 in zijn macht kreeg en thans verdeeld is
tusschen Polen en de Sovjets men denke in dit verband aan de uit Polen
en Zuid-Rusland gemelde opstootjes. Ook de nauw aan de Oekrainers
verwante Roethenen voelen niets voor een inlijving bij Polen of Hongarije
van twee kwaden het minst erge kiezende gaven zij, na aanvankelijke
afscheidingspogingen, den wensch te kennen, evenals de Slowaken autonoom
lid te worden van de toekomstige federatie. Met dat al vlotten de onder
handelingen tusschen Praag en Boedapest niet erg en werd zelfs de
Hongaarsche eiscti van bemiddeling door Duitschland, Italië en Polen
afgewezen tenzij Roemenië als vierde lid zou optreden. Het resultaat was,
dat thans alleen de eerstgenoemde twee mogendheden zullen bemiddelen,
hetgeen tevens een sprekend bewijs is voor den tanenden invloed van Londen
en Parijs in Midden-Europa. Duidelijk blijkt dit voorts nog uit de op het
radicaal-socialistische partijcongres te Marseille aangenomen resolutie, waarm
als landen, waarmede Frankrijk zijn vriendschappelijke betrekkingen moet
onderhouden, Tsjecho-Slowakije niet meer wordt genoemd doch wel
Roemenië, Polen het is de vraag, of Warschau na de in de laatste jaren
tot Berlijn getoonde toenadering op deze verklaring erg gebrand is Joego
slavië, België en „in het bijzonder met Sovjet-Rusland". Deze laatste
toevoeging slaat den bodem in aan de door velen gekoesterde hoop, waaraan
de partij-voorzitter Daladier voedsel gaf door zijn heftigen aanval op het
communisme, dat Frankrijk zich nu eindelijk eens zou bezinnen en, evenals
Tsjecho-Slowakije, zou afwenden van Rusland, een der eerste voorwaarden
voor een goede verstandhouding met Duitschland.
Ook op andere wijze demonstreerde zich de Duitsche drang naar het
Oosten de minister van handel ondernam een succesvolle reis naar Turkije
en de Balkanstaten „de vlag volgt den handel"! De geschiedenis herhaalt
zich ook nu is er sprake van het scheppen van doorgaande verbindingen,
zij het ditmaal niet van een spoorweg Balkan-Bagdadbaan doch van
autostrada en een aaneengesloten net van Rijn, Oder en Donau. Af te wach
ten valt, of de as Rome-Berlijn op den duur bestand zal zijn tegen de door
deze penetratie op te. wekken spanningen.
Het beeld, dat bij het opmaken van de balans der beschreven gebeurtenissen
wordt verkregen, is niet opwekkend. Duidelijk is toch gebleken, dat verdra-
gen, afspraken en beloften niet meer waarde hebben dan de macht, welke
ter opvolging kan worden ingezet. Helaas schijnt deze les ook nu weer niet
te worden geleerd door velen, die zich in slaap sussen met een „it can't
happen here". Mussolini heeft aanmerkelijk aan prestige gewonnen zoo
ook Hitier. Verloren heeft Beek door het falen van zijn pogingen tot het
opwerpen van een dam van Oost- naar Adriatische Zee. Verloren hebben
ook Londen en Parijs dit verlies weegt onder de huidige omstandigheden
niet op tegen het feit, dat de dominions, Indië en Ierland in de crisisdagen
eensgezind achter de Engelsche Regeering stonden, en de bezinning van de
Fransche bevolking. Te zwaarder valt dit verlies aan prestige nu alle teeke
nen er op wijzen, dat binnenkort het koloniale vraagstuk in behandeling
zal worden genomen. Duitschland verklaarde reeds, zich t.d.a. op het stand
punt te stellen van volledig eerherstel, dus teruggave van de in 1919 verloren
koloniën, m.u.v. die in Azië, een concessie derhalve aan Japan. Toch doken
reeds bij' herhaling geruchten op omtrent bevrediging der geuite verlangens
met andere gebieden. Voorloopig zijn dit nog slechts geruchten, doch was
het bericht omtrent den door Londen op Praag uitgeoefenden drang, te
zwichten voor Hitler's eischen inzake de Sudetenduitsche gebieden, aanvan
kelijk niet eveneens een stellig ontkend gerucht En geven de gebeurte
nissen van de laatste maanden niet aanleiding tot scepticisme en cynisme?
Als eenig lichtpunt staat hier de weergegeven Duitsche verklaring tegen
over. Gelet op het feit, dat de macht, welke aan de koloniale eischen
kracht kan bijzetten tendeele berust op den „anti-komintern"-driebond, is