Wij willen deze korte uiteenzetting over de beteekenis der
natiën besluiten met eene aanhaling uit „Claudius the God"1),
waar Her odes Agrippa, de Koning der Joden en hartsvriend van
Keizer Claudius, hem eene uiteenzetting geeft over de Joodsche
versie van den Zondvloed. Het stukje is daarom wel interessant,
omdat het niet alleen een beeld geeft van verschillende naties,
doch tevens aansluit op wat heden in het Oriënt geschiedt. Het
luidt aldus
„Herodes vroeg
„Kent ge de Joodsche uitlegging van den Zondvloed De
„Joodsche Deucalion Deucalion is de Noach uit de Griek-
sche myth. SI.) heette Noach en hij had drie gehuwde zonen,
„die, toen de Zondvloed voorbij was de aarde weder bevolkten.
„De oudste was Sem, de tweede Cham en de jongste heette
„Jafeth. Cham werd, omdat hij zijn vader had uitgelachen
„toen deze bij toeval dronken was geworden en z'n kleeren
„had uitgetrokken, gestraft met het bedienen van de beide
„anderen, die zich netter hadden gedragen (zie Genesis
„9/21, 23. SI).
„Cham is de voorvader van alle Afrikaansche volkeren.
„Jafeth is de voorvader van de Grieken en de Italianen (let
voeldestijds de eenige bekende Europeesche volkenSI.),
„en Sem is de voorvader van de Joden, de Syriërs, Phoe-
„niciërs, Arabieren, Edonieten, Chaldeeërs, Assyriërs en
„dergelijke.
„Nu is er een oude voorspelling welke zegt, dat als Sem
„en Jafeth ooit onder hetzelfde dak zullen leven, er eindeloos
„gekibbel zal wezen aan den haard, aan tafel en in bed. Dat
„is altijd waar gebleken. Alexandria (waar een groote
Joodsche kolonie te midden der Grieken in voortdurenden
„opstand leefdeSI.) is er een goed voorbeeld van. En als
„Palestina werd gezuiverd van „Grieken", die er niet thuis
„hooren, zou het veel gemakkelijker te besturen zijn. Dat
„geldt ook voor Syrië.
„Claudius glimlachte
„Niet voor een Romeinschen gouverneur De Romeinen
„behooren niet tot de familie van Sem en zij rekenen op den
„steun van de Grieken. Je zoudt ons Romeinen ook kwijt
„moeten raken.
„Claudius the God, by Robert von Ranke .Graves". Uitg. Barker
London. Dit boek wordt voorafgegaan door„I, Claudius" van denzelfden
schrijver, en geeft op even onderhoudende als geestige wijze een uitbeelding
van opkomst en verval van het Romeinsche Rijk onder Augustus, Tiberius,
Caligula en Claudius, tot aan zijn vermoording door zijn stiefzoon Nero.
Het is geen droge geschiedenis, en ook geen dichterlijke verbeeldinghet
is een schitterend stel kostelijke boeken, welker lezing wij van harte
aanbevelen.
1032
