kwamen, stelden zij zich vereenigd en vierkant tegenover de door
het Avondland in Versailles vastgestelde verdeeling van de
Turksche erfenis deze krachtsuiting behoort tot het Islamietische
nationalisme.
Ten onrechte wordt nog dikwijls gemeend, dat de in de
Islamietische landen zich uitende nationalistische activiteit van
een aard zoude zijn, zooals wij dien in Europa kennen, en waarvan
de gevallen Oostenrijk en Sudetenland de jongste markante
demonstraties zijn. Dat is evenwel niet geheel juist.
In plaats van de „pan-Arabische" gedachte, welke de vorming
beoogde van een groot, vereenigd Arabisch Rijk, zooals dat zich
in de oude tijden heeft uitgestrekt van de Atlantische Oceaan
tot aan India, en ook van de Turksche „pan-Islamietische"
gedachte, welke de vorming van één enorm Islamietisch Rijk
nastreefde, is gekomen het Islamietisch nationalisme. Deze
beweging, welke de in den wereldoorlog gebleken utopie van het
pan-Islamisme (vochten toen niet Islamieten met de Engelschen
samen, tegen andere Islamieten met de Turken vervangt door
een realiteit, is in feite een synthese, een verbinding tusschen
twee bewegingen; namelijk de religieuze islamietische opstanding,
en de wereldlijk nationalistische idee, ons allen welbekend. De
eerste componente is in haar wezen anti-Europeesch, de tweede
heeft haren vorm aan het Avondland ontleend.
Derhalve beoogen de nationalistische uitingen in De Nabije
Oost, en in 't algemeen die in de Islamietische wereld, in geenen
deele ver-europeaniseering van die Oostersche landen, doch heeft
veeleer het omgekeerde plaats, en worden de reeds gevormde
Europeesche gewrochten ver-oosterscht. Want men dient steeds
te bedenken, dat de mentaliteit van den Islamiet geheel anders
is dan die van den Westerling, en dat een schijnbare overeenkomst
in staatsvorm niet anders dan uiterlijk is, maar dat innerlijk van
gelijken aard geen sprake kan wezen.
Islamietisch nationalisme heeft na den wereldoorlog verschil
lende geheel gescheiden naties gevormd, alle met eigen belangen
en verlangens maar, boven alle ook strekt zich als bindmiddel,
als samenballende kracht, de Islam uit, met zijn uitgesproken
anti-Avondlandsche tendenz.
Wij willen hiervan enkele uitingen vermelden
1. In December 1931 werd door de vertegenwoordigers van
Marokko, Algiers, Tunis, Lybië, Egypte, Syrië, Palestina, Irak
en Saoedië een „Arabisch Nationaal Verbond" gesloten, dat de
volgende artikelen bevat
a. De Arabische Landen vormen een ondeelbare eenheid en
zullen hunne verdeeling nooit erkennen.
b. Zu zullen hunne krachten concentreeren op het bereiken
van algeheele onafhankelijkheid, en alle separatistische
tendenzen tegengaan.
1035