een gering aantal (acht) dragers worden volstaan, waardoor de
kans op slagen aanzienlijk werd vergroot. Dat wil echter geens
zins zeggen, dat in den vervolge alle expedities op deze leest
moeten worden geschoeid. Men had hier toch met uitgezochte
menschen met veel rimboe ervaring te maken en bovendien met
ervaren alpinisten. Voor niet-alpinisten zijn tochten in geheel
onbekend sneeuwgebergte niet te doen. Voor wetenschappelijke
doeleinden zouden zoowel op de heen- als terugreis heel wat
meer goederen moeten worden medegevoerd bovendien is het
voor de beoefenaars van de wetenschap niet mogelijk gedurende
een aanzienlijk langeren tijd zoo sober te leven als deze menschen,
die gedurende den rimboemarsch voor zich zelf niets meer
eischten dan hun Dajaksche dragers. Allemaal redenen, welke
een zooveel langer durende wetenschappelijke expeditie veel
zwaarder moeten maken dan bij dezen tocht het geval was. Door
den korten duur der expeditie kon men de beste maanden daar
voor uitzoeken, hetgeen vooral m.h.o. op het gebruik van het
vliegtuig een groot voordeel was. Toch waren het de weersom
standigheden, welke het bereiken van den hoogsten top bij den
besproken tocht onmogelijk maakten. We moeten nog wijzen op
het gunstige verloop van de ontmoetingen met de inboorlingen
ook dat is geen regel voor Nieuw-Guinea. Hoewel Colijn en Dozy
eenige angstige oogenblikken bij de eerste aanraking met de
Bergpapoea's hebben gehad, is alles zonder schade verloopen.
Hoe aanlokkelijk het ook moge zijn, bij het ons spiegelen aan
dit voorbeeld mogen we de bijzonder gunstige omstandigheden
en den grooten voorspoed niet als factoren mederekenen bij een
te projecteeren expeditie, waaraan een uitgebreider en dus een
ander doel wordt gesteld.
De voornaamste les, welke de expeditie-Colijn heeft geleerd,
is, dat een grondige voorbereiding en een uitgebreide voorver
kenning, de grondslagen zijn waarop het succes moet worden
gebouwd. Deze les geldt voor iedere expeditie hoe verschillend
het doel, hoe uitgebreid het aantal deelnemers ook moge zijn.
Voorts hoe eenvoudiger de opzet is, des te grooter wordt de
kans van slagen. En tenslotte: waar geregelde vliegtuigverbinding
mogelijk is, wordt de beweeglijkheid van de expeditie verveel
voudigd.
5. DE EXCURSIES VAN DE LAATSTE JAREN.
De tochten, welke in de jaren 1935 tot half 1938 zijn onder
nomen, zijn alle eenvoudig en beperkt van opzet geweest. We
moeten hier vermelden de excursie van Dr. H. J. T. Bijlmer, die
gedurende de laatste 4 maanden in het achterland van Mimika
(aan de Boven-Oeta Noord van het Charles-Louisgebergte)
anthropologische onderzoekingen heeft gehouden. De staf bestond
slechts uit 3 man, t.w. Dr. Bijlmer, de controleur S. van der
1044