Goot en pater Tillemans. Voor de bagage aldus vermeldt
Dr. Bijlmer in de Januari-aflevering 1938 van het Tijdschrift van
het Kon. Ned. Aardrijksk. Genootschap had men 11 dragers
uitgetrokken n.l.
Ter bescherming gingen 5 man veldpolitie mede en totaal 25
dragers, waarvan (rekenende op 1 uitvaller) er dus 13 voor het
voedseltransport konden worden gebruikt. Men rekende op 1 kg
voedsel per dag per deelnemer, zoodat men voor 8 dagen was
uitgerust, hierbij kwamen dan nog de 3 dagen vivres (welke
hoeveelheid boven de normale belasting van 20 kg per man kon
worden medegevoerd) bij den man. Men kon zich derhalve 5 a 6
dagen van zijn basis begeven. Doordat op dezen tocht menigmaal
van de dragersdiensten der bevolking gebruik kon worden
gemaakt, was het mogelijk de basis ver in het binnenland te
leggen en is men zelfs eens in staat geweest, mede door aankoop
van voedsel van de bevolking, zich gedurende 25 dagen van de
basis te verwijderen.
Zoodra men vriendschappelijke aanraking met de bevolking
beeft gekregen, wordt het exploreeren natuurlijk aanzienlijk
eenvoudiger, niet alleen dat dan over veel dragers kan worden
beschikt, maar men kan dan de bevolkingspaden volgen, waardoor
men per dag zeker een 5 a 6 maal grooteren afstand aflegt dan
wanneer mén moet kappen en een tracé moet zoeken.
Als bestuurstochten kunnen we noemen de excursie van den
afdeelingscommandant der veldpolitie te Manokwari van Augustus
tot November 1937 naar het achterland van de Waropenkust
(Oostkust van de Geelvinkbaai), aangevangen met 23 agenten
en 200 Papoea-koelies. Onderweg werd het grootste deel hiervan
teruggezonden, zoodat het eindpunt met 10 agenten en eenige
koelies werd bereikt. Men maakte van Wonti (aan de Waropen
kust) gedeeltelijk te voet en gedeeltelijk per prauw een doorsteek
naar de Rouffaerrivier, welke men vervolgens afvoer om bij het
Pionierbivak aan de Mamberamo te belanden.
Ook uit Hollandia, Manokwari (naar Kebarvlakte) en Sorong
werden door bestuursambtenaren in de tweede helft van 1937
tochten ondernomen. Door den onderafdeelingschef van Mimika
werd per stoomer geëxploreerd in het oostelijk deel van Japero,
tusschen de Oetakwa- en Eilanden-rivier, 30 tot 150 km hemels
breed van de kust.
In het bijzonder dient hier de tocht van den assistent-resident
Dr Cator naar het Wisselmerengebied te worden vermeld. Deze
1045
één drager voor bultzak en kleeren per deelnemer
voor extra voeding der Europeanen 1
keukenbenoodigdheden 1
foto- en filmgerei, meetinstrumenten 1
ruilartikelen en medicijnen 1
dekzeilen voor het geheele kamp 3
bagage van den cdt. der veldpolitie 1