meren komen nog niet op de kaart voor, maar werden in 1937 uit de lucht ontdekt. Zij zijn 80 km benoorden Mimika en 150 km Oost van de Etnabaai gelegen (3°55' Zb. en 136° 15' Ol.). 11 November 1937 had een nadere verkenning door twee Marinevliegtuigen plaats, waarvan er een op het meer is gedaald aanraking met de bevolking werd toen niet verkregen, omdat men m.h.o. op het wisselvallige weer wederom spoedig moest opstijgen. Na een eersten vergeefschen tocht (14 September tot 21 October 1937) gelukte het Dr. Cator op zijn tweeden landtocht (27 November 1937 tot 14 Januari 1938) het Wisselmerengebied te bereiken. Een patrouille veldpolitie leverde de dekking met 88 koelies werd de reis aanvaard. Na 11 marschdagen werd op 16 Dec. het Zuidelijkste meer bereikt. Tot 31 Dec. werd in het meergebied verbleven. Naar schatting wonen in dit gebied een 15000 men- schen. De land- of liever tuinbouw is het middel van bestaan. Aan de tuinen wordt met zorg gearbeid. Overal was de bevolking goedgezind. Na verbetering van het gekapte pad zou men zeker in 9 dagen van de kust tot het noordelijkste meer kunnen komen. Het ligt in de bedoeling het contact, dat op dezen tocht tot stand is gekomen, van bestuurswege te onderhoudenbovendien worden er thans pogingen in het werk gesteld om in 1939 naar deze streek een veelzijdige expeditie te zenden. 6. HET BESTUUR IN NED.-NIEUW-GUINEA. Vele zijn de veranderingen geweest, welke het bestuur van Nieuw-Guinea heeft ondergaan, nadat in 1898 de eerste contro- leursposten te Manokwari en Fak Fak waren gevestigd. In 1902 werd Zuid Nieuw-Guinea als zelfstandige assistent-residentie opgericht, de genoemde controleursposten ressorteerden tot 1911 onder den resident van Ternatein dat jaar werd West Nieuw- Guinea onder den resident van Amboina gesteld, in 1913 hierin gevolgd door Zuid-Nieuw-Guinea. In 1919 verlangde de gouverneur-generaal J. P. van Limburg Stirum een krachtiger vestiging van onze bestuursmacht in Nieuw-Guinea. Het gevolg daarvan was, dat 1 April 1920 de drie deelen (West, Noord en Zuid) van Nieuw-Guinea tot een zelfstandig gewest werden vereenigd. Resident Lulofs werd met het bestuur van het gewest Nieuw-Guinea belast. Met energie heeft deze ambtenaar zich aan zijn taak gewijd. Dit eischte echter aanzienlijke geldelijke offers voor ambtenaren, woningen, vervoersmiddelen (gouvernementsstoomers), telefoon en telegraaf, voor gewapende politie en wegenaanleg. Van bestuurswege werd een houtbedrijf gesticht en de oprichting van een veestapel geëntameerd. Middelen stonden hier niet tegenover, konden zelfs niet in het vooruitzicht worden gesteld. En hoewel 1046

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 27