omdat dan het snelst kan worden gewerkt. Bij zoo'n verbinding is het n.l. niet noodzakelijk, dat beide zenders nauwkeurig op precies dezelfde golflengte zijn afgestemd. De gemeenschap zal dus vlugger tot stand komenwordt een bericht aangeboden, dan kan spoedig daarna met het overbrengen ervan worden aangevangen. Radiostations zijn echter dure artikelen, zoodat men niet al te royaal met de indeeling ervan kan zijnvoorts moet ook rekening worden gehouden met de beschikbare golflengten. Daarom is men er toe overgegaan meer dan twee radiostations in één net te vereenigen, doch aan deze werkwijze zijn vele bezwaren verbonden. Alle tot een net behoorende radiostations moeten nauwkeurig op eenzelfde golflengte werken en het net moet eerst worden gericht, voordat, met de radiocorrespondentie kan worden begonnen. Waar op een bepaald oogenblik nooit meer dan twee radioposten van een net met elkaar in gemeenschap kunnen treden, zal per station de gemiddelde tijdsduur benoodigd voor het overbrengen van de berichten belangrijk grooter worden. Voorts maakt het richten van een net van militaire radiostations, waaraan men o.a. door het continu-variable golfbereik van de zenders geen al te hooge eischen mag stellen voor wat betreft de frequentieconstantheid en de instelnauwkeurigheid, bijzondere administratieve bepalingen noodig. Bij de opleiding van radio telegrafisten moet dan ook veel tijd aan oefeningen in den netten- dienst worden besteed. In elk net wordt een hoofdpost aangewezen, welke de leiding heeft. Er wordt nu onderscheid gemaakt tusschen den dienst in een gebonden net en dien in een vrij net. In het eerste geval moet ook bij de correspondentie tusschen de nevenposten steeds de hoofdpost worden ingeschakeld in het tweede geval wordt deze correspondentie zonder tusschenkomst van den hoofdpost afgewikkeld. Naar onze meening" dient aan den vrijen nettendienst de voorkeur te worden gegeven, vooral ook omdat in ons leger zoo eenigszins mogelijk niet meer dan drie radioposten in één net zullen worden vereenigd en dus de kans op wanorde niet zoo heel groot is. Zelfs wordt al gedacht aan de invoering van een z.g. oneigenlijk net, waarbij wel drie radiostations onderling in verbinding staan, doch het richten achterwege blijft. De wenschelijkheid hiervan doet zich o.a. voor bij radioposten, welke veelvuldig worden verplaatst en dus herhaaldelijk uit en weer in het net moeten treden. Dit systeem van werken is reeds practisch beproefd, doch waar het slagen ervan in hooge mate afhangt van de kwaliteit van de gebruikte toestellen, zal met verdere proefnemingen in deze richting worden gewacht, totdat de nieuwe draagbare radio stations gereed zullen zijn. 1050

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 33