een ravijntje gevallen en Ls het station geheel onder water gedom
peld aan den zender mankeerde na dit ongeval niets, de ontvanger
functionneerde weer, nadat enkele onderdeelen ervan waren
gedroogd. Dit zijn toch wel bewijzen, dat door de leger-radiowerk-
plaats deugdelijk werk wordt geleverd. Ook in het laboratorium
van den P.T.T.-dienst worden op groote schaal toestellen vervaar
digd en er bestaat een goede samenwerking tusschen deze instelling
en onze radiowerkplaats.
Wij zijn dan ook voorstanders van den eigen aanmaak, mits
deze beperkt blijft tot die toestellen, waarvan de bouw binnen de
capaciteit van de radiowerkplaats valt. Peilinstallaties en andere
toestellen, waaraan uit een electrisch oogpunt zeer hooge eischen
moeten worden gesteld, dienen echter bij een groote firma te
worden aangeschaft.
XII. DE EISCHEN WELKE AAN HET MILITAIRE RADIO-
PERSONEEL MOETEN WORDEN GESTELD.
Over dit onderwerp is in den loop der jaren al heel wat te doen
geweest. Het feit, dat voor het bedienen van radiotoestellen goed
geschoold gespecialiseerd technisch personeel benoodigd is, is als
een nadeel verbonden aan het gebruik van de radio als militair
verbindingsmiddel te beschouwen. Het is dus in het belang van
dit gebruik, dat de technische eischen te stellen aan het militaire
radiopersoneel niet hooger worden opgevoerd dan strikt noodig is.
Bij de eerste groote opleiding van radiotelegrafisten (in 1927/
1928), welke werd gehouden in verband met de te verwachten
formatie-uitbreiding, waren de eischen, waaraan voldaan moest
worden om tot geniesoldaat le klasse radiotelegrafist te kunnen
worden aangesteld, veel te hoog. Er werd les gegeven in electro-
techniek, algebra en meetkunde, doch vermeld dient te worden,
dat er toen naar werd gestreefd zoo spoedig mogelijk kader
(stationscommandanten) te vormen. Uit dezen tijd stamt de
eenigszins spottende uitlating, dat men van een geniesoldaat-
radiotelegrafist een ingenieur wilde maken. Ondanks het feit, dat
men sindsdien de eischen tot een reëele basis heeft weten terug te
brengen, doet de invloed van deze eerste periode zich nog wel
eens op een ongunstige wijze gelden.
De eischen, waaraan thans moet worden voldaan om te kunnen
worden aangesteld tot geniesoldaat-radiotelegrafist zijn vastgesteld
in bijlage IV van het V.O.G.; zij zijn hoofdzakelijk van practischen
aard. Wij zullen hier alleen aandacht schenken aan den voornaam-
sten eisch n.l. die betreffende het seinen en het op gehoor opnemen.
Deze zijn gelijkwaardig aan die, vastgesteld voor het verkrijgen
van het getuigschrift voor radiotelegrafist 2de klasse en het beperkt
getuigschrift voor radiotelegrafist als genoemd in artikel 10 van
het „Algemeen radioreglement van Madrid 1932" zij zijn dus te
1057