beschouwen als de minimum eischen, welke men in dit opzicht aan een radiotelegrafist kan stellen. Voor den milicien-radiotelegrafist zijn, doordat de eerste oplei ding tot voor kort slechts 5% maand duurde, in het V.O.G. aan zienlijk lagere eischen gesteld, doch bij de militieplichtigen, die sedert November 1936 voor den tijd van één jaar voor eerste oefening onder de wapenen zijn gekomen, heeft het van meet af aan in de bedoeling gelegen hen te laten voldoen aan de hoogere eischen vastgesteld voor 'het beroepspersoneel. Het bereikte resul taat is bevredigend van de klasse 1936/37 waren bij den aanvang van de opleiding slechts enkele miliciens reeds eenigszins bedreven in het seinen en opnemen, bij het vertrek met groot verlof voldeden allen aan bovenbedoelde eischen. In het V.O.G. is nog rekening gehouden met de aanstelling tot geniesoldaat le klasse radiotelegrafist en waar sedert ongeveer 2 jaar ook de stand van geniesoldaat 2de klasse radiotelegrafist is ingevoerd, heeft zich het vraagpunt voorgedaan, of nu tot een verlaging van de eischen zal kunnen worden overgegaan. Zooals wij reeds eerder gezegd hebben, moet het militaire radioverkeer zich kenmerken door snelheid en vlotheid nu is reeds practisch gebleken, dat een geniesoldaat-radiotelegrafist, die ternauwernood aan de huidige minimum eischen heeft voldaan, bij de radioberich tenwisseling vaak leelijk zit te schutteren en dat dit euvel eerst verdwijnt, wanneer zijn bedrevenheid in het seinen en opnemen hooger is opgevoerd. De oudere radiotelegrafisten voldoen dan ook nagenoeg allen aan de internationaal vastgestelde eischen voor radiotelegrafist le klasse. Hierbij komt dan nog, dat er in oorlogs tijd en in beperkte mate reeds in vredestijd een nauwe samenwer king moet bestaan tusschen den P.T.T.-dienst en den militairen verbindingsdienst, waardoor het noodzakelijk is, dat ook over een betrekkelijk groot aantal militaire radiotelegrafisten moet kunnen worden beschikt, dat in het bezit is van de z.g. P.T.T.-radiobrevet- ten. Om deze brevetten te verkrijgen moet aan nog heel wat hoogere eischen worden voldaan, hetgeen wel hieruit blijkt, dat een afgericht geniesoldaat-radiotelegrafist met aanleg zich daar voor toch nog minstens 9 maanden dagelijks intensief moet oefenen. Voorts zullen uit de alhier opgeleide geniesoldaten 2de klasse radiotelegrafist ook de militaire luchtvaart-radiotelegrafisten worden gerecruteerd, die uitermate bedreven dienen te zijn in het seinen en opnemen. De in het V.O.G. vervatte aanstellingseischen voor het beroepsradiopersoneel dienen naar onze meening onver minderd van kracht te blijven, ook voor een geniesoldaat 2de klasse radiotelegrafist, terwijl de aan de militieplichtigen te stellen eischen zooveel mogelijk tot de hoogte van die geldende voor het beroeps- personeel dienen te worden opgevoerd. 1058

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 41