keer wel gedwongen naar nieuwe golfgebieden te zoeken.3) Zooals reeds gezegd, doet deze noodzakelijkheid zich bij ons nog niet voor. De ultra-korte golven bieden inderdaad bepaalde voordeelen voor het gebruik op het gevechtsveld. Eén hiervan hebben wij reeds genoemd n.l. dat bij het gebruik van lage (korte) antennes toch een zeer goed stralingsrendement wordt verkregen en dus met een geringe primaire energie kan worden volstaan. Een tweede voordeel is de beperkte werkingssfeer, omdat deze radiogolven niet of slechts in geringe mate de buiging van het aardoppervlak volgen. Een uit deze eigenschap voortspruitend nadeel is echter weer, dat in heuvel- en bergterrein, reeds bij een opstelling achter een betrekkelijk lagen heuvelrug schaduwwerking ontstaat, waar door ontvangst niet mogelijk is. De ultra-korte golven zijn zeer selectief het frequentieverschil tusschen een golf van 10 meter en die van 1 meter is immers 270.000 kilocyles per sec., zoodat bij onderlinge frequentieverschillen van 20 kilocyles per sec. „theo retisch" niet minder dan 13.500 radioverbindingen in dit golf- gebied zouden kunnen worden ondergebracht. De kans op atmos ferische storingen is op deze golflengten belangrijk kleiner dan op grootere golveneen nadeel ervan is echter weer, dat bij de voortplanting langs het aardoppervlak een zeer sterke absorptie door elk terreinvoorwerp, dat zij ontmoeten, wordt ondervonden. Er zijn hier reeds proeven genomen op de u.k.golven (met radiotoestellen niet van eigen fabrikaat)Eenige Amerikaansche politieradiostations werkende op een golflengte van 9 m zijn aangekocht, terwijl door Philips een tweetal draagbare u.k.golf- telefonie-stations werkende op golflengten van 6,8 tot 8,5 m ter beproeving in bruikleen zijn afgestaan. Zooals te verwachten was, is practisch gebleken, dat de verbinding op deze zeer korte golven in hooge mate afhankelijk is van terreinsomstandigheden meestal verdwijnt het geluid bij een opstelling vlak achter heuvels. De mogelijkheid van ontvangst is mede zeer afhankelijk van plaat selijke omstandighedentelefoondraden langs den weg, zinken daken en ijzeren masten hebben grooten invloed op de ontvangst. De proefnemingen kunnen nog lang niet als beëindigd worden beschouwd en al kunnen er dan ook nog geen bepaalde conclusies uit worden getrokken, toch wordt reeds nu een gebruiksmogelijk heid van de u.k.g. apparaten voorzien n.l. in vechtwagens en ter vervanging van ons optisch-seingereedschap. Weliswaar is de absorptie bij deze u.k.golven groot, doch mist, regen en lichte begroeiing zullen de gemeenschap niet belemmeren. b In het artikel „Has the army too much radio" van Major General J. B. Allison in C.A.J, van November/December 1936 wordt o.a. ter sprake gebracht, dat een veldleger op oorlogssterkte over ongeveer 2000 radio stations in 327 verschillende netten zal beschikken. 1060

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 43