van den Duce met DE BONO moeten overwegen of operaties in de richting van den Soedan mogelijk waren. Het is echter niet teveel gezegd wanneer we veronderstellen, dat dit niet de eenige reden geweest is. In elk geval blijkt uit de mededeelingen van DE BONO, dat de geheele situatie aan een onderzoek werd onder worpen. Inmiddels drong MUSSOLINI steeds maar op meer spoed aan. Nadat DE BONO met medeweten van BADOGLIO op 20 October had geseind, dat hij 10 November den opmarsch kon hervatten, verzocht MUSSOLINI 25 October dezen datum te vervroegen tot 5 November. En den 29sten October ontving DE BONO het volgende telegram„Teneinde de politieke resultaten met de militaire in overeenstemming te brengen, beveel ik U de actie met Makallé Takazzé als doel, in den morgen van 3 November weder te vervolgen. 3 October ging het goed, thans zal het beter gaan." Tenslotte telegrafeerde hij twee dagen later nog, in ant woord op een bericht van DE BONO „Makallé moet genomen worden, waarbij zooals bevolen de opmarsch op 3 November beginnen zal. Makallé dient goed bezet en dadelijk versterkt te worden met deze plaats als spil zullen de andere troepen op het geheele front gelijkmatig voorwaarts gaan." Wij citeeren deze telegrammen letterlijk, om den lezer te laten zien op welke wijze de Duce hier ingreep in de bevoegdheden van den opper bevelhebber. Dat hij uit hoofde van zijn functie het tijdstip bepaalde, waarop de voorgenomen operaties zouden beginnen (3 October), is begrijpelijk. Dat hij voorts den opperbevelhebber doet weten, dat het uit internationaal politiek oogpunt gewenscht is zoo spoedig mogelijk Makallé in handen te hebben, evenzeer. Doch dat hij dezen, ondanks diens strategische en organisatorische bezwaren, eenvoudig beveelt een militaire actie uit te voeren en zelfs de wijze, waarop dit moet geschieden, aangeeft, gaat o.i. veel te ver. Merkwaardig is, dat hij dit later ten opzichte van BADOGLIO niet meer gedaan heeftdeze gewaagt er althans in het geheel niet van. Zooals bevolen, ving 3 November de verdere opmarsch aan. Links ging het Ie legerkorps voorwaarts van Endaga Hamoes over Donggolo en Mai Macden naar Dolorechts daarvan het Ery- treesche korps via Hausièn Enda naar Makallé. De opmarsch liep over het algemeen vlot van stapelde vijand bood vrijwel geen weerstand. De troepen moesten zelfs geremd worden, omdat de verpleging het tempo niet kon volgen. Met inschakeling van een rustdag op den oden en met achterhouden van den rechter vleugel van het Erytreesche korps ter betere beveiliging van deze flank, werd 8 November Makallé door de voorste divisie van dit korps, waarbij zich ook Ras GOEGSA bevond, bereikt en de Italiaansche vlag weer op de ruïne van het fort Enda Jesoes geheschen, waar 40 jaar geleden de Italiaansche kolonel GAL- 1072

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 55