LIANO een heldhaftigen strijd tegen een tienvoudige overmacht had gestreden. Denzelfden dag bezette het Ie korps Dolo, waarna zoo spoedig mogelijk de hoogten ten zuiden van de vlakte van Makallé werden versterkt om den weg van de Amba Aladsji naar het noorden af te sluiten. Gelijktijdig met dezen opmarsch ging de kolonne Mariotti, ter sterkte van ongeveer een brigade, in de oostelijke laagvlakte voor waarts ter dekking van de linkerflank, terwijl het He korps uit Adoea en Aksoem eveneens naar het zuiden terrein won, teneinde de blootgestelde rechterflank meerdere veiligheid te verzekeren en naar het westen Selaclaca bezette. „We konden zeer tevreden zijn", merkt DE BONO op, „maar we voelden ons niet veilig", hiermede doelende op den zeer uitge- strekten en kwetsbaren rechtervleugel van zijn front, waartegen volgens de ingekomen berichten aanzienlijke Abessynische troepen werden samengetrokken. „In strategisch opzicht, vooral met het oog op den aan- en afvoer, was onze toestand ongunstiger ge worden". Onmiddellijk na de bezetting van Makallé ontving DE BONO een gelukwensch van MUSSOLINI, waarin deze seinde „Die Nachricht von der Wiedereroberung Makallés laszt die Seele des italienischen Volkes vor Stolz schwellen". En een paar dagen later kreeg hij de formeele opdracht om het lie korps tot de Takazzé en Gheva te doen oprukken en met het Erytreesche korps onverwijld de Amba Aladsji, ongeveer 50 km verder naar het zuiden gelegen, te bezetten. Maar nu werd het DE BONO toch te grijs en in een lang telegram zette hij uiteen, dat dit ten eenenmale onmogelijk was. Het antwoord billijkte zijn bezwaren en hij vond 16 November eindelijk gelegenheid Makallé te bezoeken. Bij zijn terugkomst te Adigrat vond hij het persoonlijke telegram, dat zijn ontheffing als opperbevelhebber bevatte. „Met de herovering van Makallé houd ik Uw taak in Oost-Afrika voor beëindigd", aldus MUSSOLINI. „De tocht naar Makallé was mijn zwanezang geweest", merkt DE BONO spijtig in niet geheel zuivere beeldspraak op. „Ik antwoordde direct en zei o.a. dat mijn ontheffing mij ook vreugde verschafte. Maar dat was een groote leugen". 18 November, op den dag der in werking treding van de sancties van den Volkenbond, werd hij benoemd tot Maarschalk van Italië. B. De commandowisseling De Bono Badoglio. Het telegram, waaruit DE BONO het einde van zijn actieve militaire loopbaan leerde, deelde hem tevens de benoeming van maarschalk BADOGLIO tot zijn opvolger mede. 26 November kwam deze te Massawa aan. Geboren in 1871 uit eenvoudige ouders, nam BADOGLIO als jong officier deel aan den strijd van 1896 in Abessynië, hoewel hij niet tegenwoordig was bij de débacle van Adoea. Later diende hij in Lybië en ging als overste 1073

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 56