den wereldoorlog in, waarbij hij zoo snel promotie maakte, dat
hij nauwelijks twee jaar later commandant van een legerkorps
was. Bij het optreden van Generaal Diaz als opperbevelhebber,
werd hij diens stafchef en in die functie heeft hij in 1918 den slag
van Vittoria Veneto, waarbij het Oostenrijk-Hongaarsche front
ineenstortte, voorbereid. Behalve nationale held werd hij tevens
markies en „neef des konings". Later werd hij benoemd tot
gouverneur van Rome, in welke functie hij in October 1922
toen MUSSOLINI naar Rome oprukte tot den koning gezegd
zou hebben: „Geef mij drie bataljons en ik sla dat gepeupel uit
elkaar". Dientengevolge had MUSSOLINI eerst niets met hem
op, hoewel hij zijn groote bekwaamheid erkende, en werd
BADOGLIO met een zending naar Amerika gezonden, waar hij
enkele jaren den post van gezant in Brazilië bekleedde. In 1926
keerde hij weder naar Italië terug en werd Chef van den
Generalen Staf. Drie jaar later werd hij benoemd tot gouverneur-
generaal en opperbevelhebber van Lybië, in welke functie hij
het Italiaansche gezag in deze kolonie heeft uitgebreid en
bevestigd. Het jaar 1934 zag hem weder terug in het moederland,
waar hij opnieuw Chef van den Generalen Staf werd. Dat hij in
deze functie met alle plannen en voorbereidingen ten opzichte
van den veldtocht tegen Abessynië nauwkeurig op de hoogte
was, ligt voor de hand. Bovendien had hij, zooals wij reeds ver
meldden, juist een maand vóór zijn benoeming tot opperbevel
hebber een bezoek aan het terrein van actie gebracht.
Waarom werd DE BONO door BADOGLIO vervangen Ziehier
een interessant vraagstuk uit de nieuwste krijgsgeschiedenis,
waarover verschillende schrijvers reeds het een en ander ten
beste hebben gegeven. Doch niemand hunner weet iets met zeker
heid en het blijft dan ook bij vermoedens en onderstellingen.
De beide personen, die de hoofdrollen hierbij vervulden, spreken
zich er niet over uit. Wel valt in het boek van DE BONO tusschen
de regels te lezen, dat hij reeds de eerste reis van BADOGLIO
naar Erytrea als een teeken van wantrouwen in zijn leiding
aanvoelde. En hij zinspeelt in zijn boek hier en daar op personen,
die critiek op zijn handelingen uitbrengen en meenen het zelf
beter te kunnen. Zoo geeft hij een lang telegram aan den Duce
weer, verzonden op 28 October, een paar dagen na het vertrek
van BADOGLIO, waarin hij o.m. schrijft„Dit alles houd ik voor
mijn plicht U te zeggen, om U te waarschuwen tegen lichtvaardig
gepraat, dat misschien door LESSONA of zelfs door BADOGLIO
aan U overgebracht zou kunnen worden. Mogelijk heeft iemand
gezegd„Ik ben ook heden nog bereid", maar later, als het op
de daad aankomt, komt steeds het beroemde „Wanneer", gevolgd
door vele „Maren"".
Generaal FULLER's visie op deze commandowisseling is de
volgende De afkondiging van de Volkenbondssancties deed het
1074