karakter van den oorlog volkomen wijzigen. MUSSOLINI werd hierdoor genoopt zijn politieke armstoel te verwisselen voor het strategische zadel en hij verving den politieken aanvoerder, DE BONO, door den soldaat van professie, BADOGLIO. Hoewel de laatste zich officieel accoord verklaarde met DE BONO's wijze van optreden, gaf hij daaraan, vooral psychologisch, een geheel nieuwe richting. Dit werd volgens Fuller geaccentueerd door de maatregelen, welke hij aanstonds nam, n.l. 1. aanwijzing van een vice-gouverneur, die het civiele bestuur van hem overnam 2. instelling van een rigoureuse censuur, vooral op de buiten- landsche journalisten, waardoor het aantal dezer lieden in anderhalve maand van ongeveer 60 tot 'o terugliep 3. een straffere houding tegenover de bevolking, waarvan velen Ras SEYOEM steunden. Andere schrijvers wagen zich slechts zeer voorzichtig aan onderstellingen. Von XYLANDER is van oordeel, dat in elk geval een te langzaam oprukken van het Noordleger niet de reden der vervanging is geweest. IMMANUEL meent (doch o.i. op onjuiste gronden, waarover straks), dat men in Italië teleurgesteld was in DE BONO's leiding. Op zijn voorstel had men een zekere troepensterkte naar Oost- Afrika gezonden en na enkele weken stond de opmarsch reeds stil en dreigde vast te loopen in een stellingoorlog. Het mangelde DE BONO aan voldoende durf en doortastendheid. Zoodra BADOGLIO was opgetreden zou hij MUSSOLINI ervan overtuigd hebben, dat sterkte en uitrusting der Italiaansche troepen ver onvoldoende waren en dat men, instede van oogen- schijnlijk geld en bloed te sparen (hetgeen min of meer het standpunt van DE BONO geweest zou zijn integendeel veel meer krachten moest inzetten om des te sneller en grondiger tot een resultaat te komen, dat tenslotte minder zou kosten. Tot zoover de meening van IMMANUEL. Deze laatste waarheid zal wel door niemand bestreden worden. Doch in feite was de toestand niet zoo. De werkelijkheid is deze, dat DE BONO uit politieke oogmerken genoodzaakt werd de operaties aan te vangen, terwijl hij in militair opzicht nog piet klaar was. Dit was in het begin wel is waar niet erg, doch door het vooruitschuiven van het Ie en Erytreesche legerkorps naar Makallé ontstond een min of meer gevaarlijke situatie, welke DE BONO zelf niet gewild heeft en ook BADOGLIO later veel zorgen baarde. Het eenige, wat DE BONO daarna kon doen, was het bezette terrein zoo goed mogelijk organiseeren, de komst van de reeds toegezegde, maar nog niet aangekomen divisies en overige strijdmiddelen afwachten en last not least wegen aanleggen. En dit is precies datgene, wat ook BADOGLIO moest doen en inder- 1075

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 58